skipToContentskipToFooter

“Wij onderzoeken óf en in welke mate de striktere milieuregelgeving van de EU effect heeft op internationaal ondernemers”

07-06-2024 Op 1 juli 2024 verlengen het CBS en het ministerie van Buitenlandse Zaken het Convenant Globalisering tot eind 2030. Hierdoor blijft het CBS de komende jaren onderzoek doen naar internationaal opererende bedrijven. De inzichten die de onderzoeken opleveren zijn belangrijk voor (inter)nationale beleidsmakers, de wetenschap en het bedrijfsleven.

Ongeveer een derde van de Nederlandse welvaart is te danken aan ondernemingen die internationale handel drijven. Deze groep is uiterst gevarieerd. Van multinationals tot midden- en kleinbedrijven en eenmanszaken. Van groothandelsbedrijven tot dienstverlenende bedrijven en de industrie. En van exporteurs van goederen of diensten tot bedrijven met een buitenlands filiaal.

Hoe vergaat het al deze bedrijven? Hoe reageren ze nadat een handelsakkoord tussen de Europese Unie (EU) en landen buiten de EU in werking is getreden? Is toegang tot financiering een beperkende factor voor bedrijven die willen internationaliseren?

Schokken van buitenaf

“In opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken doen wij sinds 2017 onderzoek naar internationaal opererende bedrijven”, vertelt Marcel van den Berg, programmamanager Globalisering bij het CBS. “We kijken vanuit verschillende invalshoeken naar de impact die ze hebben op de Nederlandse economie. En andersom: naar de impact van overheidsbeleid, ontwikkelingen als digitalisering of schokken van buitenaf op deze bedrijven. Welke keuzes maken ondernemingen als zij te maken krijgen met de coronapandemie of Brexit? Of wanneer de Verenigde Staten de importtarieven op Europese goederen opschroeven?”

Kosten zelf dragen of doorberekenen?

De inzichten die de onderzoeken opleveren zijn volgens Van den Berg belangrijk voor (inter)nationale beleidsmakers, de wetenschap en het bedrijfsleven. “Neem de situatie waarin een handelsoorlog tussen landen uitbreekt. Een situatie die in de huidige geopolitieke omstandigheden altijd kan ontstaan. Nederlandse bedrijven worden dan geconfronteerd met hogere importtarieven op de export naar een bepaald land. Wij onderzoeken dan of Nederlandse exporteurs de kosten van het hogere tarief zelf dragen of doorberekenen aan hun klanten.”

“Ook helpen de inzichten uit de onderzoeken beleidsmedewerkers bij het beantwoorden van vragen van Tweede Kamercommissies. Verder ondersteunen de cijfers de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in Kamerdebatten”, aldus Rob Vluggen, manager onderzoeksteam Globalisering, mondiale waardeketens en bedrijvendemografie bij het CBS.

Verduurzaming en digitalisering

Verduurzaming van producten en productieprocessen is een voorbeeld van een ander onderwerp dat in de afgelopen jaren prominent op de internationale kaart is komen te staan. Van den Berg: “De EU heeft in de afgelopen jaren striktere milieuregelgeving opgesteld. Dit zie je onder meer terug in de afspraken die worden gemaakt in nieuwe handelsovereenkomsten. Wij hebben onderzocht óf en in welke mate deze regelgeving effect heeft op Nederlandse bedrijven die internationaal handelen.”

Digitalisering is ook een actueel thema dat impact heeft op de mate waarin bedrijven internationaal handelen. “Op dit vlak doen we ook onderzoek”, legt Vluggen uit. “Denk aan bedrijven die een fysieke winkel hebben in Nederland, maar online kleding verkopen aan consumenten in het buitenland. Of bedrijven die digitale producten zoals software afzetten over de grens. Om hoeveel ondernemingen gaat het? Waaruit bestaat hun handel? In welke mate heeft digitaal werken invloed op de productiviteit en werkgelegenheid? De inzichten uit onze onderzoeken voeden daarbij het beleidsproces van het ministerie.”

Gegevens niet herleidbaar

Het CBS gebruikt voor zijn onderzoek de meest uiteenlopende bronnen. Vluggen: “Zoals informatie uit de aangifte vennootschapsbelasting van bedrijven. Andere gegevens komen voort uit informatie die het CBS krijgt van de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst of de Douane. Als de gegevens uit deze bronnen niet voldoende zijn, vragen we de ontbrekende gegevens via enquêtes rechtstreeks op bij de bedrijven. Bijvoorbeeld over de in- en uitvoer van goederen en diensten. Voor alle publicaties die we uitbrengen geldt dat we er altijd voor zorgen dat de gegevens die we publiceren niet herleidbaar zijn tot specifieke bedrijven.”