AWVN: werkgevers terughoudend met inzetten AI

Van de ondervraagde werkgevers geeft 40 procent volgens de steekproef van AWVN aan nu nog niets te doen met kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, afgekort AI). Circa de helft daarvan is ook niet van plan dit wel te gaan doen. Volgens directeur Raymond Puts hebben Nederlandse werkgevers zeker interesse in het gebruik van AI. Omdat het kennisniveau van werkgevers hierover vaak te laag is, zien ze echter niet goed wat de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie zijn.

Een andere oorzaak van de terughoudendheid van werkgevers om AI in te zetten, is volgens Puts dat personeelszaken niet genoeg betrokken is bij kunstmatige intelligentie en de manier waarop dit kan worden ingezet op de werkvloer. De directeur van AWVN benadrukt dat het niet zo is dat werkgevers niet weten dat AI in opkomst is en allerlei mogelijkheden biedt, maar dat het eerder een kwestie van onwetendheid is.

Potentiële oplossing

Puts zegt in zijn interview met BNR dat het van groot belang is dat werkgevers het gebruik van kunstmatige intelligentie gaan omarmen. “We hebben het vaak over de enorme arbeidsmarktkrapte. De inzet van kunstmatige intelligentie vormt daar een potentiële oplossing voor, zeker in een diensteneconomie zoals die van Nederland.” De inzet van AI is volgens Puts hard nodig omdat de krapte op de arbeidsmarkt steeds vaker leidt tot lange wachttijden en meer ziekteverzuim.

Puts adviseert daarbij ook het bedrijfseconomische aspect niet uit het oog te verliezen. “Zolang we niet in staat zijn om de oplopende loonontwikkeling te compenseren door hogere productiviteit, dan heeft het ook een blijvend risico voor de inflatie. Er zijn dus veel belangen waarom AI uiteindelijk een deel van de toekomst moet worden.”