skipToContentskipToFooter

Douane komt bedrijfsleven tegemoet bij invoering fase 3 van ICS2

27-05-2024 In tegenstelling tot de geruchten die rondgaan, komt er per 3 juni 2024 – de datum dat de implementatie van fase 3 van ICS2 staat gepland – geen einde aan de regelingen DIN en DEN. Bedrijven die DMS 4.1 nog niet geïmplementeerd hebben en zich hebben aangemeld om gebruik te maken van de informele fase voor het implementeren van DMS 4.1, kunnen de Melding Import Documentatie met de vermelding DIN of DEN blijven doen in AGS. De vermelding wordt dan handmatig door de Douane verwerkt totdat het bedrijf DMS 4.1 heeft geïmplementeerd.

De oorzaak van de geruchten over het afschaffen van de regelingen DIN en DEN is de geplande inwerkingtreding van fase 3 van het Import Control System 2 (ICS2) op 3 juni 2024. De regelingen DIN en DEN zijn twee formele regelingen uit het Douanewetboek van de Unie. De DIN-regeling geldt voor goederen die in het vrije verkeer worden gebracht. De DEN-regeling is er voor het vervoer van goederen naar een douane-entrepot. Om gebruik te kunnen maken van de regelingen DIN en DEN moet de aangever beschikken over de vergunning Inschrijving in de Administratie van de Aangever (IIAA).

“Wanneer op 3 juni aanstaande zoals gepland de volgende fase van ICS2 in werking treedt, moeten marktdeelnemers die goederen over de weg, per spoor, over zee of binnenwateren vervoeren, een volledige set gegevens voor een Entry Summary Declaration (ENS) indienen in ICS2. Dit geldt voor post- en expresvervoerders en voor partijen die vervoersdocumenten afgeven aan hun klanten, zoals logistiek dienstverleners. In bepaalde omstandigheden moeten ook in de Europese Unie (EU) gevestigde eindgeadresseerden ENS-gegevens indienen in ICS2”, zegt Agnieszka Brodacz, specialist Customs & Trade Compliance van evofenedex.

Nog niet gelukt

Bij het plannen van de implementatie van fase 3 van ICS2 is er vanuit gegaan dat de invoering van het Douaneaangiften Management Systeem (DMS) 4.1 afgerond zou zijn op 1 januari 2023. Dit is echter nog niet gelukt bij de aangevers die gebruikmaken van IIAA-vergunningen. Veel van deze bedrijven zullen op 3 juni 2024 dan nog steeds werken met AGS (het oude douaneaangiftesysteem dat momenteel vervangen wordt).

Brodacz: “Tijdens de voorbereidingen voor het implementeren van ICS2 in de maritieme sector, hadden de Douane en Portbase alleen rekening gehouden met connectiviteit van ICS2 met DMS en niet met AGS. Hierdoor zouden bedrijven die op 3 juni nog niet zijn overgestapt naar DMS maar wel gebruikmaken van de DIN- of de DEN-regeling voor zeevracht, in de problemen kunnen komen. Er is immers geen connectie mogelijk tussen het nieuwe ICS2 en het verouderde AGS.”

Grote ontevredenheid

Doordat het einde van de invoering van DMS 4.1 nu gepland staat voor januari 2025 (mogelijk met enkele uitzonderingen op bedrijfsniveau) zouden veel bedrijven in het slechtste scenario zes maanden lang verplicht gebruik moeten maken van het New Computerised Transit System (NCTS) voor het vervoer van goederen van de haven naar de opslaglocatie van de aangevers.

“Voor veel aangevers die nu gebruikmaken van de DEN-regeling, zouden de gevolgen hiervan leiden tot veel extra kosten”, legt Brodacz uit. “Omdat de meeste van deze bedrijven er niet zelf voor gekozen hebben pas laat te beginnen met de implementatie van DMS maar moesten wachten tot de Douane hiervoor klaar was, heeft dit bij veel van deze bedrijven tot grote ontevredenheid geleid. Daarnaast wordt NCTS eind 2024 vervangen door de Douane Vervoer Applicatie (DVA), wat extra inspanningen en onzekerheid geeft.”

Niet stilgezeten

Het einde van de regelingen DIN en DEN per 3 juni 2024 houdt veel aangevers momenteel bezig. Er zijn vooral zorgen over de toenemende kosten aan de kant van het bedrijfsleven. De Douane, Portbase en evofenedex hebben de afgelopen maanden niet stilgezeten. Momenteel zijn er twee denkbare oplossingen:

  1. Vergunninghouders van de regelingen DIN en DEN die hebben zich aangemeld om gebruik te maken van de informele fase voor het implementeren van DMS 4.1 totdat ze over zijn naar DMS of tot de datum waarop Portbase ICS2 (fase 3) implementeert, kunnen de Melding Domproc en een Melding Import Documentatie (MID) met de vermelding DIN of DEN plus het vergunningsnummer indienen. De huidige verwachting is dat Portbase eind juni 2024 ICS2-fase 3 implementeert. Daarna wordt de Melding Domproc niet meer ondersteund vanuit Portbase, maar kunnen bedrijven nog wel de MID-melding DIN/DEN doen. De Douane verwerkt deze dan naar verwachting handmatig totdat het bedrijf DMS 4.1 heeft geïmplementeerd.
  2. Alle andere vergunninghouders die nog de oude DIN/DEN-procedure toepassen en ten onrechte nog niet naar DMS 4.0 zijn gemigreerd, kunnen vanaf het moment van implementatie van ICS2-fase 3 door Portbase de regelingen DIN en DEN niet meer gebruiken. Het wegvoeren van containers kan in dit geval alleen plaatsvinden met een aangifte in de normale procedure (AGS, DMS) of een aangifte voor douanevervoer (NCTS).

Twee manieren

De regelingen DIN en DEN bieden een eenvoudige oplossing om goederen die van buiten EU zijn gearriveerd vanuit de tijdelijke opslag op te slaan in een douane-entrepot – dit heet Domproc Entrepot (DEN) – of in het vrije verkeer te brengen – dit heet Domproc Invoer (DIN). Om gebruik te kunnen maken van de regelingen DIN en DEN moet de aangever beschikken over de vergunning Inschrijving in de Administratie van de Aangever (IIAA). Hiervoor zijn twee scenario’s.

  1. Het voordeel van het gebruik van de IIAA-vergunning en de DEN-regeling. De vergunning Ruimte voor tijdelijke opslag (RTO) wordt gezuiverd en het entrepot is de opvolgende regeling. De locatie van RTO is ook benoemd als plaatsingslocatie in de IIAA-vergunning. Goederen zijn virtueel al in een entrepot geplaatst maar feitelijk moeten ze nog vervoerd worden van de haven naar de opslaglocatie van de aangever.
  2. Bedrijven die geen IIAA-vergunning hebben, kunnen de DEN-regeling niet toepassen. De vergunning RTO wordt dan gezuiverd en extern douanevervoer is de opvolgende regeling. De aangever moet een T1-document voor douanevervoer opmaken. Dit brengt extra kosten met zich mee (ongeveer 50 euro per document) plus de nodige tijd voor de administratieve afhandeling. Dit kan supplychains minder efficiënt maken.

Vragen over internationaal ondernemen?

Agnieszka en haar collega's helpen je graag verder

Agnieszka evofenedex