Veelgestelde vragen over de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
Bekijk de vragen en antwoorden per onderwerp
Update 28-01-2021 - Sinds 6 april 2020 kunnen ondernemingen die omzetverlies hebben door de uitbraak van het coronavirus bij het UWV een aanvraag indienen voor een subsidie in het kader van de Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW). De NOW-regeling is de opvolger van de Regeling werktijdverkorting. De nieuwe regeling is bedoeld om werkgevers die te maken hebben met een omzetverlies van minimaal 20 procent over 3 maanden, een tegemoetkoming in de loonkosten te bieden. Op deze manier kunnen werkgevers hun werknemers met een vast én met een flexibel contract doorbetalen.
De NOW 1.0 gold voor een periode van 3 maanden, van 1 maart 2020 tot 1 juni. De NOW 2.0 gold van 1 juni tot 1 oktober en kende een aantal aanvullende voorwaarden. De NOW 3.0 geldt voor een periode van 9 maanden, verdeeld in 3 verschillende tranches van 3 maanden, waarvoor afzonderlijk subsidies zijn aan te vragen. Ook de NOW 3.0, waarvan de eerste tranche is gesloten kent afwijkende voorwaarden. Van 15 februari tot en met 14 maart kunnen ondernemingen subsidie aanvragen voor de periode januari, februari en maart. Op 21 januari werd bekend gemaakt dat het steunpakket van maatregelen, waaronder die van de NOW, wordt uitgebreid.
Hieronder zullen wij de meest gestelde vragen over de aanvraag bij het UWV, de voorwaarden voor de NOW-regeling, de omzetdaling, de loonkosten, de berekening van de subsidie, de voorwaarden voor de NOW 2.0 en die van de NOW 3.0 beantwoorden.
Q&A NOW voor werkgevers
Bekijk de vragen en antwoorden per onderwerp
Wat is de NOW 3.0?
Dit is de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid 3.0 (NOW 3.0). De eerdere NOW-regelingen (NOW 1.0 en NOW 2.0) zijn aansluitend per 1 oktober 2020 verlengd met 3 keer 3 maanden, tot en met 30 juni 2021.
De NOW 3.0 kent dus 3 verschillende tijdvakken, waarvoor je apart bij het UWV subsidie moet aanvragen en waarvoor verschillende voorwaarden gelden:
- Tijdvak 1: 1 oktober tot en met 31 december 2020;
- Tijdvak 2: 1 januari tot en met 31 maart 2021;
- Tijdvak 3: 1 april tot en met 30 juni 2021.
Let op: eerder aangekondigde versoberingen van de NOW 3.0 zijn van de baan. Dit heeft het demissionair kabinet op 21 januari bekend gemaakt. Het vergoedingspercentage van de NOW 3.0 blijft 85 procent en wordt niet stapsgewijs verlaagd. Ook blijft het minimale omzetverlies om in aanmerking te komen voor subsidie hetzelfde, namelijk 20 procent (in plaats van 30 procent). Verder is de NOW 3.0 gericht op het begeleiden van werknemers van baan naar baan. Ook krijgen bedrijven meer ruimte om de loonsom aan te passen zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van de subsidie. In alle 3 de tijdvakken mag je 10 procent van de loonsom aanpassen, dus dit percentage wordt niet verhoogd naar respectievelijk 15 procent in het tweede tijdvak en 20 procent in het derde tijdvak. Alle eerdere voorwaarden uit de NOW 1.0 en NOW 2.0 rondom bedrijfseconomisch ontslag komen te vervallen.
Welke omzetdaling moet je hebben om in aanmerking te komen voor de NOW 3.0?
Voor het eerste, tweede en derde tijdvak is de vereiste minimale omzetdaling om recht te hebben op de subsidie 20 procent. Dit is hetzelfde als bij de NOW 1.0 en NOW 2.0. Dit verschilt dus niet meer per tijdvak van de NOW 3.0 en het eerder aangekondigde minimale omzetverlies van 30 procent of meer is niet meer van toepassing voor het tweede en derde tijdvak.
Over welke periode moet ik het omzetverlies voor de NOW 3.0 berekenen?
De omzetdaling van minimaal 20 procent moet zich voordoen over een periode van 3 maanden, waarbij je deze periode kunt laten beginnen op de eerste, tweede of derde maand van het subsidietijdvak. De startdatum moet wel altijd op de eerste van de maand liggen en die kalendermaand moet uiteraard wel vallen binnen het subsidietijdvak. NOW 3.0 volgt verder de systematiek van de eerdere NOW-regelingen. Let op: als je ook gebruik hebt gemaakt van de NOW 2.0, moet de omzetperiode voor de NOW 3.0 aansluiten op de periode die je hebt gekozen voor de NOW 2.0. Voorbeeld: voor de NOW 2.0 heb je als startdatum 1 juli gekozen. De startdatum voor de omzetbepaling bij de NOW 3.0 moet dan 1 november zijn.
Wat is de maximale hoogte van de loonkostensubsidie onder de NOW 3.0?
Het maximale vergoedingspercentage is aangepast en is voor alle tijdvakken van de NOW 3.0 gelijk, namelijk maximaal 85 procent van de loonsom. Dit wordt direct aan de bedrijven uitgekeerd, en 10 procent van de loonsom gaat in een scholingspotje. Dit bedrag wordt door het kabinet gebruikt voor scholing en werk-naar-werk-trajecten. Het vergoedingspercentage wordt dus niet meer teruggebracht naar maximaal 70 procent van de loonsom in het tweede tijdvak en maximaal 60 procent van de loonsom in het derde tijdvak.
Vanaf wanneer kan ik de NOW 3.0 aanvragen?
De aanvraagperiode voor de subsidie over het eerste tijdvak van de NOW 3.0 (oktober, november en december) is inmiddels gesloten. Het loket voor de aanvraag van het tweede tijdvak opent naar verwachting op 15 februari. Werkgevers kunnen van 15 februari tot en met 14 maart een tegemoetkoming in de loonkosten voor de maanden januari, februari en maart aanvragen bij het UWV. Je kunt de aanvraag dan uiterlijk 14 maart indienen bij het UWV. Voor het derde tijdvak is de beoogde aanvraagperiode 17 mei tot en met 13 juni 2021.
Tot wanneer kan ik de aanvraag voor het tweede tijdvak van de NOW 3.0 indienen?
Je hebt tot en met 14 maart de tijd een aanvraag voor het tweede tijdvak van de NOW 3.0 in te dienen.
Hoe snel beslist het UWV op mijn aanvraag?
Er geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Het UWV streeft ernaar de betaling van het eerste voorschot binnen 2 à 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag te realiseren. Om de nieuwe verhoging van de vergoeding van 70 naar 85 procent tijdens het tweede tijdvak mee te kunnen nemen in de voorschotten, is gemeld dat de kans bestaat dat de eerste uitbetalingen een aantal dagen later worden overgemaakt dan werkgevers gewend zijn van eerdere NOW-uitbetalingen.
Op welke punten is de NOW 3.0 gewijzigd ten opzichte van de eerdere NOW regelingen?
- De periode waarvoor de NOW 3.0 geldt, bedraagt in totaal 9 maanden, die opgesplitst is in 3 tijdvakken van 3 maanden.
- De referentiemaand voor de loonsom voor alle 3 de tijdvakken is juni 2020.
- Je kunt de loonsom met 10 procent laten dalen ten opzichte van de maand juni 2020, zonder dat dit leidt tot een korting op de subsidie. In alle 3 de tijdvakken is dat 10 procent.
- Als de loonsom meer daalt dan het vrijgestelde percentage, krijg je vervolgens over dat gedeelte geen subsidie. Er geldt dus niet meer dat 100 procent (en bij de NOW 1.0 zelfs 150 procent) van het loon van de werknemer in mindering wordt gebracht op de subsidie.
- Er geldt geen korting voor bedrijfseconomisch ontslag.
- Je wordt verplicht je in te spannen om werknemers die je wilt ontslaan en/of van wie je de contracten voor bepaalde tijd niet verlengt te begeleiden van werk naar werk.
- De maximering van het in aanmerking te nemen loon verandert niet meer in het derde tijdvak (vanaf 1 april 2021) en blijft 2 maal het maximumdagloon (9.691 euro per maand).
Wat houdt de inspanningsverplichting ten aanzien van begeleiding van werk naar werk in?
Als je een beroep doet op de NOW 3.0 en tijdens de subsidieperiode werknemers moet ontslaan wegens bedrijfseconomische redenen en/of contracten voor bepaalde tijd niet verlengt, heb je een inspanningsverplichting om die werknemers te begeleiden naar nieuw werk. Het kabinet ondersteunt werkgevers hierbij met een sociaal pakket ter waarde van 1,4 miljard euro, dat voorziet in bemiddeling van werk naar werk en in scholing. De inspanningsverplichting is vormvrij: je kunt dus per specifieke situatie van de werknemer bekijken wat de beste manier is om de werknemer te ondersteunen.
Let op: als je een ontslagaanvraag op grond van bedrijfseconomische redenen bij het UWV indient, moet je tijdens de subsidieperiode contact opnemen met het UWV over de begeleiding van werk naar werk. Dit kan via de NOW-lijn, die te bereiken is via het telefoonnummer 088 – 898 20 04. Heb je geen contact gehad met het UWV over begeleiding van werk naar werk maar wel bedrijfseconomisch ontslag aangevraagd, dan kan dit leiden tot een korting (boete) van 5 procent op het totale subsidiebedrag over de aangevraagde periode.
Wat zijn de belangrijkste voorwaarden die ongewijzigd blijven?
- De opslag over de loonsom voor onder andere vakantiegeld, pensioenpremie en andere werkgeverslasten blijft 40 procent.
- Net als bij de NOW 1.0 en 2.0 ontvangt een werkgever na de aanvraag een voorschot van 80 procent van het subsidiebedrag, en na de definitieve vaststelling de overige 20 procent.
- De maximering van het in aanmerking te nemen loon blijft 2 maal het maximumdagloon (9.691 euro per maand).
- De inspanningsverplichting gericht op scholing blijft bestaan.
- De gewone regels van het ontslagrecht, waaronder de preventieve toets door het UWV, blijven gewoon van toepassing, en bij ontslag ben je een transitievergoeding verschuldigd.
Vanaf wanneer kun je de vaststelling van de NOW 3.0 aanvragen?
De verwachting is dat je de vaststelling voor alle 3 de tijdvakken van de NOW 3.0 vanaf 1 september 2021 bij het UWV kunt aanvragen. Je moet wel voor ieder tijdvak een aparte aanvraag voor de vaststelling indienen. Je hebt 24 weken om een aanvraag tot vaststelling te doen. Als je een accountantsverklaring moet verstrekken bij de vaststelling is dit 38 weken. Zodra meer bekend is over de vaststelling van de NOW 3.0 zullen wij hierover communiceren.
Wat is de NOW 2.0?
Dit is de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid 2.0 (NOW 2.0). De huidige NOW-regeling (NOW 1.0) wordt aansluitend met vier maanden verlengd.
Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de loonkosten over de periode juni, juli, augustus en september – conform NOW 2.0 dus - geldt een aantal gewijzigde voorwaarden.
Welke bedrijven komen in aanmerking voor de NOW 2.0?
Iedere werkgever die een verwacht omzetverlies van gemiddeld minstens 20 procent heeft, kan een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Het maakt daarbij niet uit of je wel of niet al een subsidie hebt aangevraagd voor de eerste NOW-periode (NOW 1.0).
Vanaf wanneer kan ik de NOW 2.0 aanvragen?
De NOW.2.0 kun je vanaf 6 juli 2020 aanvragen bij het UWV voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor de periode juni, juli, augustus en september.
Tot wanneer kan ik de aanvraag voor de NOW 2.0 indienen?
Je hebt tot en met 31 augustus de tijd een aanvraag voor de tweede periode in te dienen.
Over welke periode moet ik het omzetverlies voor de NOW 2.0 berekenen?
De omzetdaling van minimaal 20 procent moet zich voordoen over een periode van vier maanden, waarbij je deze periode kunt laten beginnen op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. NOW 2.0 volgt daarbij verder de systematiek van de eerste periode (NOW1.0). Let op: als je ook voor de eerste periode gebruik hebt gemaakt van de NOW, moet de omzetperiode voor de NOW 2.0 aansluiten op de periode die je hebt gekozen voor de NOW 1.0.
Voorbeeld: voor de NOW 1.0 heb je als startdatum 1 april gekozen. De startdatum voor de NOW 2.0 moet dan 1 juli zijn.
Op welke punten is de NOW 2.0 gewijzigd ten opzichte van de NOW 1.0?
• De periode waarvoor de NOW 2.0 geldt, bedraagt niet drie maar vier maanden, te weten juni, juli, augustus en september. Andere wijzigingen ten opzichte van NOW 1.0 zijn:
• De referentiemaand voor de loonsom is maart 2020 .
• De opslag over de loonsom voor onder andere vakantiegeld, pensioenpremie en andere werkgeverslasten wordt verhoogd van 30 naar 40 procent.
• Voor de NOW 2.0 geldt de extra voorwaarde dat je dit jaar geen winstuitkering aan aandeelhouders mag doen, geen bonussen aan het bestuur en de directie mag uitkeren en ook geen eigen aandelen mag inkopen.
• De boete van 50 procent bij ontslag op bedrijfseconomische gronden verdwijnt. Let erop dat achteraf wel een correctie plaatsvindt als de loonkosten dalen tijdens de subsidieperiode (vergelijk NOW 1.0). Bij grotere ontslagaanvragen in het kader van de Wet Melding Collectief Ontslag (ontslag om bedrijfseconomische redenen voor 20 of meer werknemers) volgt een korting van 5 procent op het totale subsidiebedrag, tenzij er een akkoord over de ontslagaanvraag is bereikt met de vakbonden (of bij gebrek daaraan een andere vertegenwoordiging van werknemers) of als de betrokken partijen om mediation hebben gevraagd bij een bij de Stichting van de Arbeid in te richten commissie. De regels voor ontslag blijven hetzelfde.
• Je wordt verplicht om je werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te doen. Je moet hierover bij de aanvraag van de NOW 2.0 een verklaring afleggen. Met het crisisprogramma ‘NL leert door’ kunnen medewerkers vanaf juli kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen volgen.
Hoe wordt de subsidie NOW 2.0 berekend?
De hoogte van de subsidie (S) is te berekenen met de volgende formule:
S = A (percentage van de verwachte omzetdaling) x B (loonsom maart) x 4 x 1,4 x 0,9.
Daarbij staat A voor het percentage voor de omzetdaling, dat minstens 20 procent moet zijn. B staat voor de totale loonsom in de refertemaand maart 2020. Let op: het loon dat je mag meerekenen per werknemer blijft maximaal 9.538 euro per maand.
Op basis van de aanvraag verstrekt het UWV net als bij de NOW 1.0 een voorschot van de subsidie ter hoogte van 80 procent van de berekende subsidie. Achteraf stelt het UWV vast wat het daadwerkelijke omzetverlies is geweest en/of er sprake is van een daling van de loonsom over de maanden juni, juli, augustus en september. Als blijkt dat de werkelijke omzet en/of loonkosten lager waren dan bij de aanvraag, kan dit leiden tot een terugbetaling van het voorschot.
Voor de NOW geldt dat je subsidies die je krijgt in het kader van de coronacrisis als omzet moet meetellen. Geldt dat ook voor de NOW-subsidie zelf?
Nee. De NOW-subsidie wordt niet als omzet meegerekend bij de vaststelling van de hoogte van de NOW-subsidie. Bij het berekenen van omzetdaling worden andere subsidies wel meegeteld als omzet indien deze betrekking hebben op de referentieperiode voor de omzetdaling. Subsidies die worden verstrekt in het kader van aanvullende noodmaatregelen voor specifieke sectoren, zoals bijvoorbeeld het noodfonds voor de sierteelt, tellen dus in de regel mee als omzet voor de NOW.
Wat gebeurt er als ik gebruikmaak van de NOW-regeling en toch een aanvraag indien voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen?
Net als bij de NOW 1.0 is een van de voorwaarden dat je als werkgever gedurende de subsidieperiode geen ontslagaanvraag doet bij UWV wegens bedrijfseconomische redenen. Voor de NOW 2.0 is dat dus tijdens de periode van 1 juni tot en met 30 september 2020. Doe je dit toch, dan zal UWV deze ontslagaanvraag in behandeling nemen en daarop beslissen. Bij de definitieve vaststelling van de uiteindelijke subsidie voor de NOW 2.0 past UWV een correctie toe. Het maandloon van de werknemer(s) voor wie ontslag is aangevraagd (zoals dat voor de subsidievaststelling wordt berekend) wordt in mindering gebracht op de subsidie, volgens de berekeningswijze uit de subsidieregeling (4 x loonsom referentiemaand x 1,4 x 0,9). De boete van 50 procent die gold voor de NOW 1.0-regeling is te komen vervallen. Let op: bij ontslag om bedrijfseconomische redenen voor 20 of meer werknemers kan wel een korting van 5 procent van de uiteindelijke NOW-subsidie worden opgelegd, tenzij er een akkoord over de ontslagaanvraag is bereikt met de vakbonden (of bij gebrek daaraan een andere vertegenwoordiging van werknemers) of als de betrokken partijen om mediation hebben gevraagd bij een bij de Stichting van de Arbeid in te richten commissie
Wat houdt de inspanningsverplichting tot om- en bijscholing in?
In de NOW 2.0 is voor werkgevers een inspanningsverplichting opgenomen om de werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk. Je kunt dit doen door bijvoorbeeld tijd of middelen, bijvoorbeeld uit O&O-fondsen, beschikbaar te stellen.
Ter ondersteuning stelt het kabinet € 50 mln. beschikbaar voor een crisispakket ‘NL leert door’. Daarmee kunnen mensen die door de crisis hun werk verloren hebben of dreigen te verliezen zich heroriënteren op baankansen en daarvoor zo nodig (online) scholing volgen. Dit crisispakket heeft een looptijd van juli tot en met december 2020. Nadere informatie en voorlichting hierover moet nog volgen. Op de website van de Sociaal Economische Raad (SER) staan ook mogelijkheden voor scholing en ontwikkeling: ‘Leven lang ontwikkelen, ook tijdens corona’ . Een OR of personeelsvertegenwoordiging kan de werkgever aanspreken als onvoldoende gedaan wordt aan loopbaanontwikkeling en scholing.
13. Wat zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de NOW?
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de NOW zijn:
a. een te verwachten omzetverlies van ten minste 20 procent over drie maanden tussen 1 maart en 1 augustus
b. je mag gedurende de periode waarvoor je een beroep doet op de NOW-regeling géén bedrijfseconomisch ontslag aanvragen bij UWV (de maanden maart, april en mei). Dit geldt vanaf 18 maart, omdat deze voorwaarde toen bekend was. Je krijgt de mogelijkheid om een ingediende ontslagaanvraag in te trekken
c. de inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Dat betekent dat je het loon van je werknemers 100 procent doorbetaalt.
14. Wat is het gevolg als ik toch een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen heb ingediend na 17 maart?
Je krijgt van UWV gelegenheid om de ontslagaanvraag in te trekken. Die intrekking moet deze binnen vijf dagen na inwerkingtreding ontvangen zijn bij UWV. Is dat niet het geval, moet je de verkregen subsidie voor de betreffende werknemers waarvoor een ontslagverzoek is ingediend, terugbetalen, met een verhoging van 50 procent. Het maakt daarbij niet uit of de ontslagtoestemming wel of niet wordt verleend.
Hoe bereken je dit?
Je moet de lonen over januari van de werknemers voor wie ontslag wegens bedrijfseconomische redenen is aangevraagd, vermeerderen met 50 procent. Vervolgens wordt dit bedrag vermenigvuldigd met 3. De subsidie heeft namelijk betrekking op drie maanden – en vermeerderd met de reguliere opslag voor werkgeverslasten van 30 procent en de factor 0,9 voor het percentage van subsidieverlening. De uitkomst van deze berekening brengt UWV op de subsidie in mindering.
Dit komt neer op de volgende formule:
D x 1,5 x 3 x 1,3 x 0,9
Hierbij staat D voor het loon dat de werknemers, waarvoor een ontslagaanvraag is ingediend, hebben ontvangen.
15. Op welke grond mag ik - gedurende de looptijd van de NOW-uitkering - afscheid nemen van medewerkers?
Je mag op grond van alle andere dan bedrijfseconomische gronden, de arbeidsovereenkomst beëindigen. Ook geldt de voorwaarde niet voor vaststellingsovereenkomsten, ontslag in de proeftijd en het niet verlengen van contracten voor bepaalde tijd. Let erop dat het beëindigen van arbeidsovereenkomsten wel effect heeft op de loonsom, waardoor je mogelijk een gedeelte van het betaalde voorschot moet terugbetalen.
16. Wat als de totale loonsom in de opgegeven periode lager is dan blijkt uit de loonaangifte in januari 2020 of november 2019?
Als de loonsom van maart tot en met mei is gedaald ten opzichte van de loonsom van januari zoals bekend is bij de Belastingdienst, wordt het subsidiebedrag bij de definitieve vaststelling lager. UWV vermindert de hoogte van de subsidie met 90 procent van het bedrag waarmee de loonsom is gedaald. Daarbij wordt (vooralsnog) geen rekening gehouden met het opgegeven omzetverliespercentage. Een lagere loonsom kan dus leiden tot een terugvordering en/of het inhouden van de resterende 20 procent.
Er is een uitzondering voor de dertiende maand: UWV houdt rekening met bedrijven die in januari een dertiende maand hebben uitgekeerd. Dit wordt bij de vaststelling van de subsidie, wanneer het terug te vinden is in de polis, verrekend. Zo wordt voorkomen dat werkgevers vanwege een dalende loonsom de volledige NOW-subsidie moeten terugbetalen bij vaststelling omdat de loonsom van maart tot en met mei lager is.
17. Wat als de totale loonsom in de opgegeven periode hoger is dan blijkt uit de loonaangifte in januari 2020 of november 2019?
Een hogere loonsom in de maanden maart-april-mei leidt niet tot een hogere vaststelling van de subsidie.
18. Welke verplichtingen heb ik als ik gebruikmaak van de NOW-regeling?
a. je bent verplicht de subsidie te gebruiken voor betaling van de loonkosten
b. je bent verplicht om de OR, de personeelsvertegenwoordiging of personeelsvergadering te informeren over een toegekende aanvraag (dit kan een notificatie per e-mail zijn)
c. je moet een controleerbare administratie voeren waarin alle gegevens die van belang zijn kunnen worden nagegaan. Tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie moet je inzage kunnen geven in deze administratie
d. je moet loonaangifte doen op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 op de voorgeschreven momenten
e. je moet UWV melden als er dingen gebeuren die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie
f. je moet na afloop van de subsidieperiode binnen 24 weken een definitieve opgave van de omzetdaling indienen met daarbij in de meeste gevallen een accountantsverklaring (zie vragen hieronder)
g. Als je een loonkostensubsidie ontvangt voor een werknemer, moet je aan de gemeente melding doen van de NOW-toekenning.
19. Wat is de definitie van omzet?
Voor de definitie van omzet wordt aangesloten bij de omzetdefinitie in het jaarrekeningenrecht. Kern in de NOW-regeling is dat het omzetbegrip zo dicht mogelijk aansluit bij het activiteitenniveau van de onderneming, instelling, of het concern. Hierin wordt uitgegaan van de netto-omzet: de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon onder aftrek van kortingen en over de omzet geheven belasting.
Opbrengsten zijn baten die ontstaan bij de uitvoering van de normale activiteiten van een onderneming. Dit betekent dat omzet wordt verantwoord als de activiteiten betrekking hebben op de levering van goederen of diensten voor een specifieke klant waarmee een (verkoop)contract is gesloten. Ontvang je andere opbrengsten dan uit de verkoop, zoals uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten en bijdragen vanuit een overheidsinstelling of andere opbrengsten, zoals giften, of declaraties vanuit zorgverzekeraars? Dan vallen deze opbrengsten voor de regeling ook onder omzet.
20. Hoe bereken ik het omzetverlies?
De omzetdaling van minimaal 20 procent moet zich voordoen over een periode van drie maanden, waarbij je als startdatum 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 kan kiezen. Het gaat daarbij altijd om een aaneengesloten meetperiode van drie maanden.
De omzet in deze meetperiode (hierna: Y) moet je vergelijken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door 4 (hierna: X). Op deze wijze zien beide cijfers op een omzet over drie maanden. Op basis daarvan bereken je het omzetverlies in procenten. Dit doe je door de volgende formule: ((X – Y) / X) * 100. De uitkomst van deze berekening wordt uitgedrukt in hele procenten en naar boven afgerond. Als de onderneming in 2019 nog niet een heel jaar bestond, moet je de referteperiode nemen vanaf aanvang van de bedrijfsuitoefening in 2019 t/m februari 2020 en deze periode terugrekenen naar drie maanden.
Rekenvoorbeeld:
Y: De te verwachten omzet over de periode gekozen 3 maanden periode in 2020 is
€ 300.000.
X: De totale omzet in 2019 bedroeg € 4.000.000, dus 1 kwartaal: € 4.000.000 x 0,25 = € 1.000.000
De verwachte omzetdaling bedraagt in procenten:
((€ 1.000.000 - € 300.000) / € 1.000.000) * 100 = 70 procent
Met deze online rekentool van de UWV en SZW kan je het omzetverlies berekenen
21. Over welke periode moet ik het omzetverlies berekenen?
De omzetdaling van minimaal 20 procent moet zich voordoen over een periode van drie maanden, waarbij je als startdatum 1 maart, 1 april of 1 mei 2020 kan kiezen. Het gaat daarbij altijd om een aaneengesloten meetperiode van drie maanden. De datum hangt samen met het moment waarop het verlies zichtbaar is. Zit hier een vertraging in, dan kan je kiezen voor 1 april of 1 mei in plaats van 1 maart.
22. Wanneer loont het om een andere periode voor omzetverlies te nemen?
Het loont om een latere periode voor het omzetverlies te nemen (1 april of 1 mei), als het verlies nog niet direct in maart zichtbaar is, maar pas later duidelijk wordt. Het kan daarnaast ook gunstiger zijn een latere datum te kiezen als de omzet in de zomermaanden standaard lager ligt en de coronacrisis deze omzet nog verder laat dalen.
23. Wij zijn een (internationaal) concern. Welke omzetcijfers moet ik gebruiken voor het berekenen van het totale verlies?
Uitgangspunt is dat het omzetverlies bij concerns wordt berekend op het hoogste concernniveau. Hierdoor kan de situatie zich voordoen dat een aparte werkmaatschappij wel meer dan 20 procent omzetverlies lijdt maar dat bij het concern als geheel onvoldoende omzetverlies is om aanspraak te kunnen maken op de NOW. Deze regeling is aangepast om ontslag binnen getroffen werkmaatschappijen te voorkomen. Voor werkmaatschappijen die deel uitmaken van een concern dat op concernniveau minder dan 20 procent omzetverlies lijdt, is het alsnog mogelijk om aanspraak te maken op de NOW Zij moeten dan zelf wel ten minste 20 procent omzetverlies lijden. Deze aangepaste regeling is alleen toegankelijk voor deze specifieke gevallen. Als het concern in zijn geheel ten minste 20 procent omzetverlies heeft, dan kan het concern namelijk alleen gebruikmaken van de oorspronkelijke regeling. Er gelden verder de volgende voorwaarden:
• De werkmaatschappij moet een overeenkomst met de vakbonden/vertegenwoordiging van werknemers afsluiten over werkbehoud.
• De werkmaatschappij moet afzien van het uitkeren van dividend en bonussen of de inkoop van eigen aandelen over 2020.
• De werkmaatschappij mag geen personeels-bv zijn.
• Andere onderdelen binnen de groep mogen de omzetdaling niet beïnvloeden door projecten of opdrachten over te nemen.
• Er moet verscherpte controle plaatsvinden door de accountant.
24. Onze producten/diensten zijn seizoensgebonden; wordt daarmee rekening mee gehouden?
In eerste instantie niet, maar de NOW-regeling is tussentijds gewijzigd. Voor seizoenbedrijven die juist in het voorjaar het meeste personeel in dienst hebben is de maatregel aangepast. Is de loonsom in de maanden maart, april en mei hoger dan in januari, dan komen deze bedrijven alsnog in aanmerking voor een hogere subsidie in de lopende regeling. Deze wordt daarbij wel gemaximeerd op drie maal de loonsom van maart 2020. Deze aanpassing geldt niet alleen voor bedrijven met seizoensinvloeden, maar voor alle werkgevers. Bij de vaststelling van de subsidie wordt dit achteraf verrekend.
25. Wij zijn een startup. Vallen wij onder de NOW en hoe kan ik het omzetverlies aantonen?
De NOW geldt ook voor bedrijven die net zijn gestart. Bedrijven die in januari 2020 of november 2019 nog geen loonsom hadden maar die wel een loonsom in maart 2020 hebben, kunnen alsnog in aanmerking komen voor de lopende regeling NOW 1.0. Als zij om deze reden al eerder van UWV een afwijzing hebben ontvangen (ongeveer 6700 bedrijven) zullen ze door UWV worden benaderd.
Let op: als het bedrijf na 1 januari 2019 is gestart, geldt een andere meetperiode voor de omzetberekening. Neem in je berekening de maanden vanaf het moment dat de bedrijfsuitoefening is aangevangen tot en met februari 2020 en reken deze periode om naar drie maanden. De omzet wordt in deze meetperiode naar rato vergeleken met de omzet vanaf de kalendermaand dat de bedrijfsuitoefening is begonnen.
Als de start-up nog geen of een gedeeltelijke omzet had in 2019, kan het zijn dat je geen omzetverlies in de opgegeven periode kunt aantonen. Dan zal je dus niet aan de voorwaarden van de NOW voldoen. Conclusie: voor een start-up met beperkte omzet is het moeilijk om onder deze regeling te vallen.
26. Wat gebeurt er met de uitkering als mijn omzetverlies minder groot is dan berekend?
Als uit de definitieve berekening blijkt dat het omzetverlies lager is dan verwacht, kan het zo zijn dat je een te hoog voorschot hebt. In dat geval kan het zijn dat de UWV de resterende 20 procent van het voorschot niet uitkeert en dat je een gedeelte van het ontvangen voorschot moet terugbetalen. Dit blijkt na de beslissing die je ontvangt naar aanleiding van de definitieve opgave.
27. Wat is de hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten?
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de omzetdaling, maar maximaal 90 procent van de loonsom. In de verhouding 9/10x percentage omzetverlies. Een aantal voorbeelden:
• bij een omzetverlies van 100 procent ontvang je 90 procent van de loonsom
• bij een omzetverlies van 50 procent ontvang je 45 procent van de loonsom
• bij een omzetverlies van 25 procent ontvang je 22,5 procent van de loonsom
• bij een omzetverlies van 20 procent ontvang je 18 procent van de loonsom.
28. Hoe wordt de loonsom berekend die voor subsidie in aanmerking komt?
SV-Loon
De NOW aanvraag gaat per loonheffingennummer. De loonsom bestaat uit het loon waarover de premies werknemersverzekeringen worden afgedragen, het zogenoemde SV-loon. UWV ontleent de gegevens over de loonsom uit zijn polisadministratie (je hoeft deze gegevens dus niet zelf aan te leveren), waarbij als uitgangspunt de maand januari 2020 wordt genomen. Als deze gegevens (nog) niet beschikbaar zijn, gebruikt UWV de loonsom van november 2019.
Het loon van alle werknemers die in januari 2020 (of november 2019) in dienst waren telt mee, dus ook de lonen van oproepkrachten. Er zit een maximum aan het loon per werknemer van € 9.538 euro per maand. Salaris boven dit bedrag compenseert de UWV niet.
Bij een werkgever die zijn werknemers elke vier weken loon uitbetaalt, moet je naar de eerste volledige vierwekenperiode in 2020 kijken. Je moet de loonsom in dat aangiftetijdvak verhogen met 8,33 procent om het loon om te rekenen naar dat van een maand.
30 procent opslag voor aanvullende lasten
UWV hanteert een standaardopslag van 30 procent voor aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies, pensioenpremies (werknemers- en werkgeversdeel) en vakantiebijslag.
Let op: als je de vakantiebijslag maandelijks uitbetaalt, zoals bij buitenlandse medewerkers, moet je dit bedrag op de loonsom in mindering brengen. Zo wordt voorkomen dat twee keer subsidie wordt ontvangen voor de vakantiebijslag. Je moet de loonsom van januari vermenigvuldigen met 0,926 om dat te corrigeren (uitgaande van 8 procent vakantiebijslag).
De vergoedingen die je betaalt aan stagiairs en studenten die een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen, tellen mee in de berekening van de loonkosten.
Onkostenvergoedingen die vallen onder de werkkostenregeling, zoals internet-, sportschool-, representatievergoedingen vallen niet onder het SV-loon.
Let op: de loonkosten voor uitzendkrachten, payrollkrachten en zzp‘ers vallen hier ook niet onder, omdat er geen loonaangifte voor hen wordt gedaan. De uitzendwerkgever/payrollwerkgever kan zelf een NOW-subsidie aanvragen en wordt gecompenseerd voor de mensen die hij in dienst heeft. Voor uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers.
De loonsom over de maanden maart, april en mei bereken je volgens de volgende formule:
loonsom = SV-loon (maximaal € 9.538 per werknemer) x 3 x 1,3
4-wekelijkse aangifte
Als je niet per maand aangifte loonheffing doet, maar per 4 weken, moet je de loonsom vermenigvuldigen met 1,0833 om hem vergelijkbaar te maken met een maandaangifte.
29. Hoe wordt de subsidie berekend?
De hoogte van de subsidie (S) is te berekenen met de volgende formule:
S = A (percentage van de verwachte omzetdaling) x B (loonsom) x 3 x 1,3 x 0,9
Daarbij staat A voor het percentage voor de omzetdaling. B staat in principe voor de totale loonsom (zie vraag 27). Let op: het loon dat je mag meerekenen per werknemer is maximaal € 9.538 per maand. Werkgevers ontvangen een tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonsom (zie vraag 26) over de periode 1 maart 2020 tot 31 mei 2020, waarbij ook de loonkosten van flexwerkers (in loondienst) worden vergoed. Er wordt een voorschot van 80 procent uitgekeerd in drie termijnen.
30. Hoe werkt de NOW bij flexibele contracten, zoals nulurencontracten en uitzendkrachten?
Als de werknemer op contract staat bij jou onderneming, geldt dat de NOW ook van toepassing is op de werknemers waarvoor je geen loondoorbetalingsplicht hebt, zoals een werknemer met een nulurencontract. De overheid vraagt alle werkgevers om deze mensen ook door te betalen, uitgaande van het gemiddeld aantal uren van de afgelopen 3 maanden waarin de werknemer op oproepbasis heeft werkt.
Als de medewerker op contract staat bij een externe partij, geldt dat ook uitzendwerkers ,detacheerders en payrollbedrijven voor de medewerkers die bij hen in dienst zijn een tegemoetkoming in de loonkosten kunnen aanvragen. Dit geldt voor zowel uitzendovereenkomsten met als zonder uitzendbeding.
Let op: deze aanvraag moet door het uitzendbureau aangevraagd worden en de vergoeding voor het uitzendbureau mag niet tot de loonsom van de inlener gerekend worden.
31. Hoe hoog is het voorschot dat ik ontvang bij een positieve beslissing?
Het voorschot bedraagt 80 procent van de te verwachten subsidie. Het voorschot wordt in drie termijnen betaald, waarvan de eerste binnen 2 à 4 weken.
32. Moeten mijn medewerkers naar huis of mogen zij ook doorwerken?
Het gaat bij de regeling om ‘behoud van werkgelegenheid’, dus zo veel mogelijk doorwerken als de bedrijfsomstandigheden en de indeling van het werk dit toelaten. De werkgever doet er verstandig aan om, als er geen of onvoldoende omzetgerelateerde werkzaamheden voorhanden zijn, andere passende werkzaamheden te zoeken of scholing (e-learning) mogelijk te maken. Omdat de overheid op dit moment vraagt om waar mogelijk thuis te werken, zal je daar bij het aanbieden van werk rekening mee moeten houden.
33. Mag ik tijdens de uitkeringsperiode gebruikmaken van collegiale uit- en inleen met andere bedrijven?
Ja, maar UWV neemt een mogelijke betaalde inlenersvergoeding niet mee bij de beoordeling of je je hebt gehouden aan de verplichting tot doorbetaling van de gebruikelijke lonen in de uitkeringsperiode.
Als je werknemers collegiaal uitleent, heeft dit ook geen gevolgen voor de uiteindelijke vaststelling van de loonsubsidie, mits er aan deze uitlening niet wordt verdiend (kostenneutraal).
34. Hoe moet ik de definitieve berekening van het omzetverlies onderbouwen?
Voor het definitief vaststellen van de subsidie moet je aan de hand van de administratie kunnen aantonen wat de daadwerkelijke omzet in de gekozen periode is geweest. Ook moet je de loonsom in de subsidieperiode maart, april en mei 2020 aantonen. Voor het voorschot was een inschatting echter voldoende. Je moet zelf het UWV vragen de subsidie vast te stellen. Dit kan naar verwachting vanaf 7 oktober 2020 via een aanvraagformulier op de website van het UWV. In sommige situaties moet je een verklaring van een accountant of een andere derde toevoegen bij het verzoek tot vaststelling (zie vraag 35).
35. Moet ik altijd een accountantsverklaring verstrekken bij de aanvraag voor de vaststelling van NOW 1.0?
Nee, het verstrekken van een accountantsverklaring is niet altijd verplicht bij het verzoek tot het vaststellen van de definitieve subsidie. Of je wel of niet een verklaring moet verstrekken en aan welke voorwaarden deze moet voldoen, hangt af van de hoogte van de subsidie en de aard van de organisatie (zie overzicht hieronder over bedragen voorschot en subsidie en de bewijslast ondernemer).
- Voorschot < € 20.000 of Berekende subsidie < € 25.000 - Geen verklaring nodig. Het UWV controleert steekproefsgewijs. Op grond van de regeling (artikel 13 lid 1 sub e) moet je administratie er zo uitzien dat het UWV alle gegevens die nodig zijn voor de vaststelling kan controleren.
- Voorschot tussen € 20.000 - € 120.000 of Subsidie tussen € 25.000 - € 125.000 - Verklaring door een derde, zoals een boekhouder, administratiekantoor, belastingconsulent of accountant nodig. Hiervoor zal een formulier beschikbaar worden gesteld. Het UWV toetst deze derdenverklaringen steekproefsgewijs.
- Subsidie tussen € 125.000 - € 375.000 én onderneming niet controleplichtig voor de jaarrekening - Verklaring van een accountant nodig in de vorm van een samenstellingsverklaring. Dit houdt in dat je als bedrijf de financiële gegevens aanlevert aan de accountant en dat deze het financiële overzicht samenstelt. De accountant verstrekt hierbij geen zekerheid over de juistheid van de gegevens in de aanvraag tot vaststelling.
- Subsidie tussen € 125.000 - € 375.000 én onderneming wel controleplichtig voor de jaarrekening - Verklaring van een accountant nodig met een beperkte mate van zekerheid. Dit houdt in dat de accountant aangeeft dat hij niets heeft geconstateerd dat de gegevens in de aanvraag tot vaststelling van de onderneming in twijfel trekt. De accountant moet onder andere ook een risicoanalyse uitvoeren.
- Subsidie > € 375.000 én onderneming niet controleplichtig voor de jaarrekening - Verklaring van een accountant nodig met een beperkte mate van zekerheid (zie uitleg bij 4).
- Subsidie > € 375.000 én onderneming wel controleplichtig voor de jaarrekening - Verklaring van een accountant nodig met een redelijke mate van zekerheid. Dit houdt in dat de accountant een onderzoek doet met dezelfde mate van zekerheid als een reguliere jaarrekeningcontrole, maar dan wel toegespitst op een controle op de NOW-subsidie. Blijkt de zekerheid er niet in voldoende mate te zijn, dan vordert het UWV de subsidie terug. Als er onvolkomenheden in de administratie zijn mede als gevolg van het coronavirus (zogenoemde inherente beperkingen) volgt geen gehele terugvordering, maar een korting van 10 procent op de subsidie.
- Subsidie aanvraag voor een werkmaatschappij op grond van artikel 6a van de NOW-regeling - Verklaring van een accountant nodig met een redelijke mate van zekerheid (zie uitleg 6)
36. Hoe snel moet ik terugbetalen als uit de vaststelling blijkt dat het definitieve subsidiebedrag lager is dan het ontvangen voorschot?
De reguliere betalingstermijn bij terugvordering bedraagt zes weken. Binnen die termijn van zes weken kan je het UWV verzoeken om een betalingsregeling. Minister Koolmees heeft laten weten hier welwillend mee om te gaan en heeft aangegeven dat het UWV in eerste instantie een betalingsregeling zal aanbieden van 12-maandelijkse termijnen. Als dit ook tot betalingsproblemen zou leiden, kan in overleg met het UWV bekeken worden welk terugbetalingsschema wel haalbaar en passend is.
37. Wat als de totale loonsom in de opgegeven periode lager is dan blijkt uit de loonaangifte in januari 2020 of november 2019?
Dan wordt de subsidietoekenning lager vastgesteld. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom zoals gebruikt bij de aanvraag (bevoorschotting) vergeleken met de loonsom van de driemaandsperiode 1 maart tot en met 31 mei 2020. Als de loonsom in deze subsidieperiode lager uitvalt dan de loonsom van januari 2020 (of november 2019) omdat werknemers niet meer in dienst zijn of niet meer zijn opgeroepen en doorbetaald, wordt ook de subsidie lager. Als de loonsom over de maanden maart-april-mei lager is, wordt de hoogte van de tegemoetkoming verminderd met 90 procent van het bedrag waarmee de loonsom is gedaald. Dit kan leiden tot een terugvordering.
Bij een hogere loonsom, door bijvoorbeeld een salarisverhoging of bonusuitbetaling in de periode maart-mei, ontvang je geen verhoging van de subsidie.
38. Wat gebeurt er met de uitkering als ik toch faillissement of surseance van betaling moet aanvragen?
Bij faillissement of surseance van betaling wordt de uitkering stopgezet en de aanvraagprocedure beëindigd.
39. Is mogelijk sprake van een verlenging van de NOW, als het omzetverlies aanhoudt?
Ja, de NOW is met vier maanden verlengd (NOW 2.0). Voor die verlenging gelden extra voorwaarden. Zie hiervoor de veelgestelde vragen onder de tab NOW 2.0.
40. Hoe wordt er omgegaan met fraude?
UWV kan de betaling van het voorschot opschorten, als sprake is van een ernstig vermoeden dat niet aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan. UWV kan verder een reeds verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Als sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit zoals fraude, heeft UWV de mogelijkheid om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie (OM).
41. Kan een non-profitorganisatie ook een aanvraag indienen?
Ja dat kan. Alle organisaties die een loonadministratie voeren, kunnen een aanvraag indienen. Hieronder vallen ook non-profitorganisaties, kerkgenootschappen en verenigingen. Enige uitzondering zijn zorgaanbieders, want daarmee zijn al aparte afspraken gemaakt.
42. Klopt het dat als ik een beroep doe op de NOW mijn bedrijfsgegevens en de subsidiegegevens openbaar worden gemaakt?
In de NOW is geregeld dat de naam- en adresgegevens van de aanvrager, het verstrekte voorschot en de vastgestelde subsidie openbaar gemaakt kunnen worden, zonder dat daarvoor eerst toestemming gevraagd wordt van de aanvrager. UWV zal vanaf eind juni de naam- en vestigingsplaats van bedrijven, inclusief de verstrekte voorschotten, openbaar maken. Wanneer de definitieve subsidies worden vastgesteld, zullen ook die gegevens worden toegevoegd. Andere gegevens dan bovengenoemde zullen niet openbaar gemaakt worden op de website van UWV zonder dat er voorafgaand om toestemming is gevraagd.
Evenementen
Lunchupdate Arbeidsrecht #16 Wijzigingen in het arbeidsrecht 2025
Ieder kwartaal een update van actuele thema's binnen het arbeidsrecht
Exclusief voor leden2 december 2024evofenedex ZoetermeerMkb’er, hoe compliant is jouw bedrijf?
9 december 2024OnlineKom naar het Exportcafé bij La Trappe Trappist
Exclusief voor leden10 december 2024La Trappe, Berkel-Enschot
Vragen over juridische zaken?
Marinke en haar collega's helpen je graag verder