skipToContentskipToFooter

Europese regelgeving richt zich op productieketens

24-04-2024 De Europese Unie is volop bezig bedrijven ertoe aan te zetten hun ketenverantwoordelijkheid te nemen. Deze groeiende druk roept veel praktische vragen op bij het bedrijfsleven. Aan welke wet- en regelgeving moet je voldoen en tot hoever reikt jouw verantwoordelijkheid? Albert Veenstra en Godfried Smit houden zich hier dagelijks mee bezig en verzorgen op 12 juni de keynotes op het Trade Compliance Congres. 

Als het om regelgeving gaat, is de Europese Unie (EU) volgens prof. dr. Albert Veenstra een supermacht voor een gezamenlijke markt met circa 450 miljoen kapitaalkrachtige consumenten. Hij is Academic Director van het programma Executive Parttime Master in Customs and Supply Chain Compliance van de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Ook is hij professor in Trade & Logistics aan de Rotterdam School of Management. Zijn onderzoek richt zich op de wijze waarop bedrijven wereldwijd met hun supplychains bezig zijn.

“Regelgeving die wij hier bepalen, is maatgevend voor andere delen van de wereld. Er zijn in de wereld maar weinig partijen die het zich kunnen veroorloven niet naar de regelgeving uit Brussel te kijken. Dit betekent dat ontwikkelingen in die regelgeving onze bijzondere aandacht verdienen, omdat deze grote impact kunnen hebben op bedrijven en landen. Eén zo’n ontwikkeling is regelgeving die tot doel heeft om producten op onze gezamenlijke markt duurzamer en veiliger te maken. Daaronder valt ook regelgeving die van toepassing is op het internationale handelsverkeer van en naar die gezamenlijke markt.”

Een belangrijke ontwikkeling die zich volgens Veenstra heeft voorgedaan bij het maken van dit soort regelgeving, is dat het bestaan van productieketens expliciet wordt erkend. “Dit betekent dat problemen met goederen niet pas aan het licht hoeven te komen als die producten op de markt komen, maar dat problemen al diep in de keten kunnen worden aangepakt. Dit krijgt in een deel van deze regelgeving ook daadwerkelijk vorm, wat op zich een heel verlicht idee is. Wij proberen dit soort ideeën al jaren op onze studenten over te brengen. Echter, ‘de keten’ is een lastig te managen constructie. Veel bedrijven zullen herkennen dat het in kaart brengen van een keten, elementen in de keten veranderen, of processen optimaliseren, heel moeilijk kan zijn.”

Toch introduceert de EU met grote voortvarendheid regelgeving die ingrijpt op ‘de keten’. Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) vereist bijvoorbeeld dat relevante emissie-informatie wordt verzameld bij producenten buiten de EU. De European Regulation on Deforestation-free products (EUDR) gaat nog een stap verder en eist dat, voor een aantal producten, informatie over de pluk of productielocatie wordt vastgelegd. De uitbreiding van de Ecodesign-regelgeving gaat met zich meebrengen dat alle producten in de toekomst moeten worden voorzien van een Digital Product Passport, waarvoor vanaf de bron van het product informatie moet worden verzameld.

Niet meer leveren

De gevolgen voor het niet opvolgen van deze regelgeving zijn uiteindelijk dat die producten niet toegelaten worden op de Europese markt, denkt Veenstra. “Maar er zijn ook andere gevolgen: bepaalde toeleveranciers die niet aan de eisen kunnen voldoen, kunnen niet meer leveren aan Europese bedrijven. Bepaalde gebieden in de wereld, waar het toezicht op regels niet voldoende is, zijn niet meer geschikt om producten of materialen vandaan te halen. In veel gevallen zullen vooral kleinere producten en leveranciers hier last van krijgen. Op de Erasmus Universiteit zijn we, in samenwerking met evofenedex en enkele bedrijven, in kaart aan het brengen wat de knelpunten zijn in specifieke casussen. Op het Trade Compliance Congres deel ik in mijn keynote enkele inzichten uit het lopende onderzoek. Ook wil ik graag in gesprek met bezoekers over wat deze regelgevingsontwikkeling voor hen betekent, en hoe zij werken aan oplossingen.”

Hierbij wil Veenstra ingaan op de volgende vragen:

  1. Hoe moeilijk of makkelijk is het om de gevolgen van bepaalde regelgeving voor de keten in kaart te krijgen? Wat voor activiteiten worden daarvoor bij bedrijven ontplooid? Maakt dit nog veel verschil voor verschillende regelgeving?
  2. Is het mogelijk volledig te voldoen aan de eisen van de regelgeving of blijven er zaken liggen? Zijn dat grote zaken of details? Hoeveel (voorbereidings)tijd kost de invoering van de compliance-activiteiten?
  3. Staat de inspanning om te voldoen aan de eisen in de regelgeving in verhouding met de opbrengst? Is het mogelijk de extra inspanning te kwantificeren?
  4. In welke mate worden ketens minder efficiënt als gevolg van het voldoen aan de duurzaamheidsregelgeving? Is dit te kwantificeren?
  5. Is het mogelijk een scheiding te maken in duurzaamheidsmaatregelen die heel moeilijk, en maatregelen die relatief makkelijk zijn in te voeren? Wat zijn de karakteristieken van deze twee categorieën?

Veenstra: “De bredere discussie rondom de vragen die ik hierboven heb geformuleerd, vormt een heel mooie aanvulling op ons onderzoek. Ik hoop dat we daarmee uiteindelijk ook kunnen bijdragen aan een zinnige discussie over effectieve regelgeving in Brussel.”

Europese verkiezingen

Iemand die alles weet over de nieuwe regelgeving van de EU, is Godfried Smit. Hij is secretaris-generaal van de European Shippers' Council en als manager European Affairs bij evofenedex vertegenwoordigt hij deze ondernemersvereniging in Brussel.

Smit wijst erop dat van 6 tot en met 9 juni 2024 de verkiezingen voor het Europees Parlement plaatsvinden. “De verwachting daarbij is dat het Parlement naar de rechterkant van het Europese politieke spectrum opschuift. Het is lastig te voorspellen wat er de komende jaren met een nieuw Parlement en een nieuwe Europese Commissie gaat gebeuren met de wetgeving voor internationaal zakendoen. Soms komen er geheel nieuwe wetten, soms zijn er aanpassingen aan recente wetgeving.”

Oneerlijke handelspraktijken tegengaan

Als we kijken naar nieuwe wetgeving die invloed heeft op internationaal zakendoen, is er allereerst het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), dat in oktober 2023 in werking trad. Smit: “Deze EU-verordening beschermt Europese producenten van cement, ijzer en staal, aluminium, kunstmest, elektriciteit en waterstof tegen invoer uit niet-EU-landen waar minder strenge milieueisen gelden. Op dit moment is er een overgangsfase waarin alleen een rapportage nodig is.”

De European Regulation on Deforestation-free products (EUDR) geldt vanaf december 2024 voor grote ondernemingen en vanaf 30 juni 2025 ook voor kleine bedrijven. “Voor producten als soja, rundvlees, palmolie, hout, cacao, koffie en rubber moeten Europese import- en exportbedrijven dan aantonen dat hun producten niet hebben bijgedragen aan ontbossing”, legt Smit uit. “Hiervoor moeten ze een due diligence-verklaring overhandigen aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die vervolgens de risico’s controleert. Zowel voor CBAM als EUDR geldt dat de Commissie het aantal goederen waarvoor de verordening geldt de komende periode wil uitbreiden.”

Eind 2023 kwam er uit de Brusselse wetgevingsmachine ook nog de Anti Economic Coercion Act. Smit: “Derde landen oefenen in toenemende mate druk uit op lidstaten of de EU om bepaalde keuzes te maken op het gebied van internationale handel of investeringen. Als deze druk voldoet aan de definitie van staatsdwang, is het aan de Commissie om met het betreffende land in gesprek te gaan om de dwangpraktijken te beëindigen. Lukt dit niet, dan kan de EU met het Anti-Coercion Instrument tegenmaatregelen nemen om oneerlijke handelspraktijken tegen te gaan.”

Nog meer regelgeving

Met de hierboven genoemde wetten houdt het volgens Smit niet op. “Er gaat nog meer regelgeving op ondernemers afkomen. Naast impact op het milieu zijn ook arbeidsomstandigheden belangrijk voor Brussel. Om dwangarbeid in ketens uit te bannen, wordt daarom voor landen buiten de EU momenteel gewerkt aan de Forced Labour Product Ban.”

Tot slot is er naast de al in werking getreden Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage CSRD, nog de Europese Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), waarbij bedrijven de risico’s op het gebied van duurzaamheid in hun ketens in kaart moeten brengen. Op het moment dat deze globe naar de pers ging, was het nog onduidelijk of hierover voor de Europese verkiezingen een akkoord zou komen. Smit: “Mocht dit niet lukken, dan ligt het voor de hand dat na de verkiezingen nieuwe pogingen worden ondernomen om een, eventueel afgezwakt, akkoord te bereiken. Verschillende lidstaten, waaronder Duitsland, hebben al eigen wetgeving op dit terrein. Europese wetgeving leidt tot een gelijker speelveld in Europa en valt daarom te verkiezen. Ook het Nederlandse parlement heeft parallel aan de Europese wetgever gewerkt aan een nationale wet. Doordat er nog geen nieuw kabinet is, ligt de behandeling van deze wet nu stil.”

Dit artikel is geschreven door Gerben J. Sas. Het artikel is ook verschenen in globe, het magazine voor internationaal ondernemen van evofenedex.

Trade Compliance Congres 2024

Albert Veenstra en Godfried Smit zijn keynotesprekers op het Trade Compliance Congres. Dit vindt op woensdag 12 juni plaats in Veenendaal. Het bedrijfsleven klaagt regelmatig over de groeiende regeldruk. Denk aan de CBAM, de CSRD, de ontbossingswet en de toenemende sancties. Hoe jij hier als organisatie mee aan de slag gaat staat centraal op deze dag.

Beeld TC congres 2024_web.jpg