Hoge Raad: opstarttijd telt als betaalde werktijd

Het oordeel van de Hoge Raad sluit aan bij eerdere uitspraken van zowel de kantonrechter als het gerechtshof in dezelfde zaak. Dit betekent dat als een werkgever een werknemer vraagt vóór zijn werktijd aanwezig te zijn om in te loggen in het computersysteem, of na werktijd te blijven om de zaak af te sluiten, deze tijd geldt als werktijd waarvoor loon betaald moet worden.

Wat valt onder arbeidstijd?

In de Arbeidstijdenwet (artikel 1:7 lid 1 onder k) is arbeidstijd gedefinieerd als de tijd waarin de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht. Dit betekent dat de werknemer in deze periode beschikbaar moet zijn voor werkinstructies en niet vrij is om zelf over zijn tijd te beschikken. Bijvoorbeeld door koffie te halen of te lunchen.

Kosten kunnen flink oplopen

Als een werkgever van de werknemer vraagt eerder te starten of langer te blijven zonder daar loon over te betalen terwijl dat volgens de arbeidsvoorwaarden wel zou moeten, kan de werknemer verwijzen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 13 september 2024 om een loonvordering in te dienen. Een loonvordering kan met terugwerkende kracht tot vijf jaar worden ingediend. Bij de beoordeling van een dergelijke claim staat de vraag centraal of de werknemer tijdens deze tijd vrij was om zelf over zijn tijd te beschikken. Naast het loon zelf, kunnen werknemers ook wettelijke rente, wettelijke verhoging en proceskosten vorderen, waardoor de kosten voor werkgevers flink kunnen oplopen – vooral als het gaat om meerdere werknemers.

Hoe voorkom je loonclaims?

Om als werkgever dit soort loonclaims te voorkomen, is het raadzaam de opstart- en afsluittijd als werktijd te beschouwen en hierover loon te betalen. Als deze tijd wordt gezien als vrije tijd waarin de werknemer zelf mag bepalen wat hij doet, is het verstandig hierover duidelijke afspraken vast te leggen.