Verkiezingen

We bevinden ons op een kantelpunt in de geschiedenis. De afgelopen jaren zien we een sterke economische groei van landen in het Verre Oosten en een daaraan gelinkte groeiende economische en politieke macht. Europa moet daarom de randvoorwaarden vervullen om op het wereldtoneel een relevante speler te blijven. Hierbij is een interne markt, met vrij verkeer van goederen, diensten en personeel, cruciaal. Een gelijk speelveld voor bedrijven in alle lidstaten faciliteert internationaal ondernemen. Het ondernemingsklimaat in Europa en in Nederland in het bijzonder, staat echter onder druk. 

Handels- en productiebedrijven zijn gemotiveerd om een bijdrage te leveren aan een duurzame keten. Hiervoor is het van belang dat er Europese wetgeving voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) komt. We pleiten hierbij voor zoveel mogelijk harmonisatie met andere wetten zoals het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) om de regeldruk voor het bedrijfsleven te beheersen. 

Betere samenwerking binnen sterke logistieke ketens is van groot belang. Digitalisering als smeermiddel van deze samenwerking is een onmisbaar ingrediënt. Aandacht verdient vooral het meekrijgen van het mkb in deze ontwikkeling.

Dankzij goede infrastructuur houden we ons land aantrekkelijk voor handels- en productiebedrijven, versterken we ons vestigingsklimaat en scheppen we de randvoorwaarden voor schone en efficiënte logistiek. Willen we de komende jaren onze infrastructuur gereedmaken voor de toekomst, dan zijn forse investeringen noodzakelijk. Bezuinigingen op infrastructuur zijn daarom onverantwoord. Bij de infrastructuur is het belangrijk niet alleen te kijken naar de wegen, maar ook met name naar de kwaliteit van onze vaar- en spoorwegen.

Handels- en productiebedrijven hebben in toenemende mate oog voor hun meerwaarde voor de samenleving en zetten in op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Veel bedrijven hebben hier zelf al stappen voor gezet. Het is belangrijk dat wetgeving hierover op Europees niveau wordt ontwikkeld om een maximaal maatschappelijk effect te bereiken. Hierbij moet de nationale vertaling een eerlijk speelveld binnen Europa respecteren. Zeker voor het mkb is van belang dat regelgeving behapbaar is.

Handels- en productiebedrijven hebben een behoefte aan het flexibel inzetten van personeel. Dit is meestal gedreven door de bedrijfs- en productieprocessen, waardoor niet het gehele jaar dezelfde hoeveelheid arbeidskrachten inzetbaar is. Aan de andere kant bestaat bij werknemers de behoefte aan inkomenszekerheid en de voordelen van een vast contract. Door meer in te zetten op gedeeld werkgeverschap kan dit probleem worden opgelost. Aan de ene kant behouden bedrijven een stuk flexibiliteit, terwijl werknemers zeker zijn van werk en inkomen.

Behalve de fysieke goederenstromen over weg, water en spoor speelt data-uitwisseling een steeds belangrijkere rol in logistieke ketens. Zowel aan de marktzijde (offertes, vrachtbrieven, facturen etc.) als aan de overheidszijde (inspectiedata, belastingafdrachten etc.) is de vraag naar het digitaal uitwisselen van data groot. Een digitaliseringsfonds dat specifiek gericht is op het mkb en de functie logistiek, helpt bedrijven te verduurzamen en competitief te blijven.

Handels- en productiebedrijven zijn bereid te investeren in een schonere en efficiënte logistiek. De kosten voor sommige sectoren, zoals binnenvaart en zwaarder vrachtverkeer, zijn echter dusdanig dat ondersteuning vanuit de overheid noodzakelijk is. Voor vrachtverkeer is het terugsluizen uit de opbrengsten van de vrachtwagenheffing een must. Daarnaast hebben met name handels- en productiebedrijven in het mkb ondersteuning nodig om beter samen te werken bij het realiseren van logistieke oplossingen, zodat zij vaker zullen kiezen voor duurzame alternatieven zoals spoorgoederenvervoer of binnenvaart.

Het spoor is een ideaal alternatief om goederen en grondstoffen CO₂-neutraal, schoon en veilig te vervoeren door geheel Europa. Desondanks ervaren handels- en productiebedrijven hierbij nog te veel belemmeringen. Het is daarom belangrijk dat er extra wordt ingezet op spoorgoederenvervoer, zodat er voldoende capaciteit ontstaat, het spoorwegvervoer binnen Europa geharmoniseerd wordt en de negatieve effecten voor mens en milieu worden verminderd.

Handelsverdragen tussen de Europese Unie en andere landen zijn een must voor eerlijke internationale handel, een gelijk speelveld en geopolitieke stabiliteit. Deze verdragen moeten breder zijn dan het regelen van handel tussen landen en dus ook aspecten rondom brede welvaart, milieu en arbeidsomstandigheden omvatten. Met deze verdragen versterken we ook onze exportpositie in de wereld en ontstaat een positief klimaat voor ondernemen in Nederland.

Steeds meer mensen wonen, werken en recreëren in en nabij grote steden. Dit vergroot de noodzaak deze steden leefbaar en schoner te maken. Handels- en productiebedrijven spelen hierbij een cruciale rol door hun logistiek te vergroenen en efficiënter in te zetten. De overheid moet zorgen voor de juiste randvoorwaarden en faciliteiten om te komen tot zero-emissievervoer in onze steden. In de toekomst moet de bestelauto zijn positie behouden als bedrijfsmiddel en daardoor gunstiger belast worden dan een private auto of bus. Het is immers geen luxeproduct.

De positie van luchtvracht staat onder druk in Nederland, terwijl van alle vluchten juist luchtvracht de hoogste toegevoegde waarde heeft voor onze maatschappij. Garantie van voldoende vrachtcapaciteit is een belangrijke pijler van de internationale handelspositie van Nederland. Hiervoor is het essentieel de toekomst van de luchtvracht op Schiphol en Maastricht Aachen Airport te borgen. 

Door automatisering, digitalisering en robotisering krijgen banen in onze fabriekshallen en magazijnen een nieuw karakter. Het is belangrijk dat werknemers meegenomen worden in deze verandering, zodat zij ook in de toekomst hun waarde op de arbeidsmarkt blijven behouden. Voor dit leven lang leren ligt een belangrijke taak bij bedrijven zelf, maar ook het overheidsbeleid en onderwijs moeten aansluiten op deze ontwikkelingen.