skipToContentskipToFooter

16-10-2024

Nieuwe EU-maatregelen tegen sanctieomzeiling

N

Meer complianceverplichtingen voor bedrijven

De effectiviteit en doeltreffendheid van sancties loopt gevaar door omzeiling. De Europese Unie heeft daarom recentelijk een aantal nieuwe bepalingen aangenomen om omzeiling tegen te gaan. We geven een overzicht van de verplichtingen op het gebied van compliance die de nieuwe bepalingen met zich meebrengen voor bedrijven die internationaal zakendoen.

De laatste jaren is gebleken dat de sancties (ook wel beper­kende maatregelen genoemd) tegen Rusland in toenemende mate worden omzeild. Uit onderzoeken blijkt dat de (recht­streekse) handel met Rusland is afgenomen, terwijl de uitvoer van gesanctioneerde goederen naar buurlanden als Turkije, Armenië en Kirgizië juist sterk is toegenomen, evenals de export vanuit die landen naar Rusland. Het is dan ook aan­emelijk dat Europese bedrijven op grote schaal betrokken zijn of worden bij sanctieomzeiling. De Europese Unie (EU) ziet dit als een serieuze ondermijning van de werking van de Europese sancties tegen Rusland (hierna het EU-Rusland-sanctieregime genoemd). Brussel voert daarom steeds meer maatregelen in om dit tegen te gaan.

Zo is het verbod onder het EU­-Rusland­-sanctieregime om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de sancties tegen Rusland worden omzeild, recentelijk uitgebreid. Hiermee verduidelijkt de EU dat niet alleen het opzettelijk omzeilen van de beper­kende maatregelen verboden is. Het is voor personen of bedrijven onder het sanctieregime namelijk ook verboden een transactie aan te gaan als ze zich ervan bewust zijn dat dit mogelijkerwijs zou kunnen leiden tot het omzeilen van de sancties en ze het risico daarop op de koop toenemen.

Naast de uitbreiding van de genoemde algemene verbodsbe­paling is het verbod op het doorvoeren van bepaalde geavan­ceerde goederen en technologie door Rusland relevant. Dit is namelijk een van de Europese maatregelen om sanctieomzeiling tegen te gaan, en zo de effectiviteit en doeltreffendheid van de beperkende maatregelen te garanderen. Zodoende is onder het EU-­Rusland­-sanctieregime niet alleen een directe uitvoer van bepaalde goederen naar Rusland verboden, maar ook de doorvoer van deze goederen over het grondgebied van Rusland. Hiermee hoopt de EU de mogelijkheid weg te nemen dat de goederen, die onderweg zijn naar een eind­bestemming in een derde land, onverhoopt toch in Rusland terechtkomen doordat ze onderweg worden uitgeladen.

Daarnaast heeft de EU een aantal complianceverplichtingen voor bedrijven in het leven geroepen om sanctieomzeiling te voorkomen. Het is van belang dat internationaal handelende bedrijven hiermee rekening houden in hun compliancebeleid. Omzeilen van sancties en daarmee schenden van de beperkende maatregelen kan namelijk verstrekkende gevolgen hebben, waaronder strafrechtelijke zoals hoge boetes of gevangenisstraffen, maar ook blijvende reputatieschade. 

Bij een drietal van die complianceverplichtingen staan we kort stil: de no Russia- en no Belarus-clausule, de zogenoemde best efforts-verplichting en de verplichting tot due dilligence-onderzoek.

Het schenden van de verplichtingen kan verstrekkende gevolgen hebben

No Russia- en no Belarus-clausule

Veel internationaal handelende bedrijven verwerken standaardclausules in hun contracten om te waarborgen dat de klant de goederen niet (door)verkoopt of overdraagt aan gesanctioneerde partijen of landen. Door middel van de Europese sanctieverordeningen tegen Rusland en Belarus is een dergelijke contractuele clausule wettelijk verplicht gesteld voor bepaalde goederen en technologieën.

Kort gezegd: voor Europese exporteurs is het sinds 20 maart 2024 verplicht bij de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van bepaalde ‘gevoelige’ goederen of technologieën naar een derde land contractueel de wederuitvoer naar Rusland én de wederuitvoer voor gebruik in Rusland te verbieden. Het is hierbij essentieel dat de contractuele clausule aanleiding geeft tot aansprakelijkheid en afgedwongen kan worden onder het recht dat van toepassing is op het contract. Een dergelijke clausule hoeft niet geïmplementeerd te worden als er sprake is van uitvoer naar bepaalde partnerlanden, zoals Japan en de Verenigde Staten. Een identieke verplichting geldt sinds 29 juni 2024 voor Belarus.

De verplichting een dergelijke no Russia­- en no Belarus­-clausule op te nemen in het contract geldt momenteel voor:

  • dual-­use-­goederen;
  • geavanceerde technologische producten die worden gebruikt in militaire systemen die zich op het slagveld in Oekraïne bevinden, of die cruciaal zijn voor de ontwikkeling daarvan;
  • de productie of het gebruik van militaire systemen;
  • luchtvaartgoederen en ­wapens;
  • intellectuele eigendomsrechten of handelsgeheimen in relatie tot de aangewezen producten.

Best efforts-verplichting

Naast de verplichting een no Russia­- en no Belarus-­clausule op te nemen is op 25 juni 2024 de best effortsverplichting in werking getreden. Deze bepaling onder het EU-­Rusland­-sanctieregime en EU-­Belarus-­sanctieregime verplicht per­sonen en bedrijven alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat buiten de EU gevestigde bedrijven waarvan ze eigenaar zijn of waarover ze zeggenschap uitoefenen, niet deelnemen aan activiteiten die de in de verordening vastge­legde beperkende maatregelen ondermijnen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het voorkomen dat een niet­-Europese doch­teronderneming van een in de EU gevestigd bedrijf gevoelige goederen of technologie, bijvoorbeeld voor militair gebruik, levert aan Rusland en/of Belarus.

‘Alles in het werk stellen’ betekent onder meer dat bedrijven passende beleidsmaatregelen, controles en procedures moeten implementeren om risico’s doeltreffend te beperken en te beheren. Hierbij kunnen ze rekening houden met bepaalde factoren zoals in welk derde land de dochteronder­neming is gevestigd, de bedrijfssector en het soort activiteit van die rechtspersoon. De maatregelen die een bedrijf of persoon moet nemen, zien daarmee uitsluitend toe op acties die haalbaar zijn gezien de aard, omvang en de relevante fei­telijke omstandigheden. Daarbij is vooral de mate van daad­werkelijke zeggenschap over de dochtermaatschappij van belang. Immers: soms kan een Europees persoon of bedrijf om redenen die het niet zelf heeft veroorzaakt of kan beïn­vloeden – zoals wetgeving van een derde land – geen zeggen­schap uitoefenen over een bedrijf waarvan hij uiteindelijk eigenaar is. In dat geval kan het bedrijf niet aansprakelijk worden gesteld voor het overtreden van sanctiewetgeving door zijn dochteronderneming.

Dat de EU ervoor heeft gekozen om een best efforts-verplich­ting in te stellen is opmerkelijk. Tot nog toe is het standpunt van de Europese Commissie immers altijd geweest dat niet-­Europese entiteiten niet gebonden zijn aan de sancties van de EU. De nieuwe verplichting brengt dus een koerswijzi­ging met zich mee. Dit kan leiden tot lastige en soms para­doxale situaties. Denk hierbij vooral aan situaties waarin een Russische of Belarussische dochteronderneming van een Europese entiteit door de nieuwe verplichtingen de Europese sancties in acht moet nemen, maar onder lokale wetgeving niet aan die sancties mag voldoen.

Due diligence-onderzoek

Tot slot hebben bedrijven een zekere verplichting tot het doen van due diligence­onderzoek naar hun wederpartijen. Indien later blijkt dat goederen in strijd met wetgeving in een gesanctioneerd land zijn beland – zonder dat een bedrijf ade­quaat onderzoek heeft gedaan om dit te voorkomen – kan het verkopende bedrijf hiervoor strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.

Om te voorkomen dat een bedrijf onverhoopt betrokken raakt bij een overtreding van sanctiewetgeving, moet het zich dus bewust zijn van factoren die erop duiden dat een weder­partij uit is op het omzeilen van beperkende maatregelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het ontvangen van een aan­ vraag van een nieuwe klant gevestigd in een land dat bekend­ staat als ‘ontwijkingshub’. En helemaal als dat bedrijf een aanvraag doet voor de uitvoer van gevoelige technologie of goederen.

Ook moeten de alarmbellen gaan rinkelen wan­ neer een transactie onnodig complex wordt opgezet, bijvoorbeeld via tussenpersonen of lege vennootschappen. Daarnaast is diepgaander onderzoek nodig als er negatieve mediaberichten zijn over de wederpartij of als een bedrijf maar minimaal aanwezig is op het internet.

Vooral de mate van daadwerkelijke zeggenschap over de dochtermaatschappij is van belang

Op de hoogte blijven

De EU zet dus streng in op het tegengaan van sanctieomzei­ling, met soms vergaande verplichtingen voor het bedrijfs­leven. Voor Europese bedrijven is het belangrijk deze verplichtingen zo goed mogelijk na te leven. Daarbij is het allereerst van belang op de hoogte te blijven van de ontwik­kelingen rondom sanctiewetgeving, zodat bedrijven hun com­pliancebeleid snel en adequaat hierop kunnen aanpassen.

Zie daarnaast streng toe op het uitvoeren van grondige due dili­gence­onderzoeken en het implementeren van contractuele clausules die omzeiling tegengaan. Ten slotte is het goed om nauwkeurig bij te houden wat er gaande is bij zowel het eigen bedrijf als bij eventuele niet­-Europese dochteronderne­mingen. Passende beleidsmaatregelen en procedures voor bedrijven is op dat vlak een must om te voorkomen dat ze de best efforts-verplichting overtreden. 

Diederik-Jan Posthuma en Eva Wever

Getty Images