skipToContentskipToFooter

18-09-2024

Nieuw concept voor retourlogistiek

N

Minder kosten en beter voor milieu

Voor webshops zijn retourzendingen een grote kostenpost, met name in de mode-industrie. Start-up It Goes Forward biedt een alternatieve oplossing: zendingen direct doorsturen naar een nieuwe klant.

Maar liefst 30 kledingstukken bestellen en er 29 terugsturen. Een kostuum van een duur merk aanschaffen en dat na één keer dragen weer inleveren. Feesten in een feestjurk en die na het feest retourneren, zweetvlekken al dan niet zicht- of ruikbaar. Waarom niet?, denken sommige consumenten. Online bestellingen terugsturen naar webshops is toch vaak gratis. Een garantie die dan hoort bij de klantenservice. Een service die billijk is als de maat net niet goed is of als de kleur tegenvalt, maar waarvan ook veel misbruik wordt gemaakt.

Hoofdpijndossier

Daarom zijn retourzendingen hoofpijndossiernummer 1 voor retailers die hun spullen online verkopen. In de mode liggen de retourpercentages het hoogst, weten Carl van Heijst en Pepijn Stribos van start-up It Goes Forward. “Bij damesmode gaat tegen de 40 procent van alle online bestellingen weer terug naar de webshop. Bij de heren ligt dat op ongeveer 20 procent. Als je weet hoe groot de mode-industrie is, weet je ook dat het hier om gigantische aantallen gaat, en dus ook om gigantische bedragen”, zegt Stribos.

En wat gebeurt er met die teruggestuurde items? Als de retailer het product opnieuw wil verkopen, moet hij het opnieuw naar zijn warehouse halen, inspecteren, verpakken, opslaan en opnieuw versturen. Afgezien van de tijd die dat kost, zijn er veel handlings- en logistieke kosten. “Het verschilt per retailer”, zegt Van Heijst, “want de een doet het efficiënter dan de ander, maar gemiddeld kost dat 12 euro per item. Voor sommige items, zeker in de vluchtige fast fashion, komt dat niet uit. En dan worden ze financieel afgeschreven. Retouren zijn de grootste kostenpost voor retailers.”

Kentering

Volgens een onlangs door de Europese Unie gepubliceerd rapport zou 20 tot 25 procent van de teruggestuurde producten worden afgeschreven. Er zijn retailers die het vervolgens op de tweedehandsmarkt dumpen of aan een goed doel schenken. Maar het is ook bekend dat er kleding wordt vernietigd. Of de klant krijgt bericht dat hij zijn artikel niet terug hoeft te sturen en het mag houden.

De soepele terugstuurvoorwaarden worden ingegeven uit angst om omzet mis te lopen. Het nadeel is dat het klanten aantrekt die maar blijven bestellen en terugsturen en daardoor meer kosten dan ze opleveren. Mede daardoor lijkt er een kentering te ontstaan. Mogelijk ook met het oog op nieuwe Europese regelgeving op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (de Corporate Sustainability Due Diligence Directive ofwel CSDDD) voor een duurzamere handel en industrie. Grotere retailers in de mode-industrie worden verplicht te rapporteren over hun milieuprestaties.

Het is niet zo dat er niets wordt gedaan om de stroom retouren in te dammen. Retailers in de mode zetten tegenwoordig meer in op preventie; ze werpen drempels op om te zorgen dat er minder items terugkomen. Dat loopt uiteen van beroep op het milieubewustzijn van de klant, het verbeteren van maatadviezen tot het beprijzen van retourzendingen. Online warenhuis Wehkamp vraagt sinds vorig jaar 50 cent per te retourneren artikel. Dat leidde tot een daling van 10 procent: van 50.000 naar nog altijd 45.000 items per dag. Enig omzetverlies nam het online warenhuis daarbij voor lief, temeer omdat het vooral veelbestellers waren die vertrokken. “Die bestellen nu elders en daar zijn we niet rouwig om”, aldus Wehkamp vorig jaar tegen NU.nl.

De theorie achter het concept is dat iedereen profiteert

Alternatief

It Goes Forward biedt sinds kort een alter­natieve oplossing. Het bedrijf heeft een methode ontwikkeld dat retailers in staat stelt om retouren opnieuw in de webshop aan te bieden voordat ze door de klant worden teruggestuurd. Kort samengevat werkt het zo: de klant die zijn artikel bij de webshop aanmeldt om te retourneren, krijgt het verzoek om het nog enkele dagen vast te houden. De retailer zet het opnieuw te koop op de site (met korting om de verkoop te bevorderen). Wanneer het artikel weer verkocht is, krijgt de eerste koper een e-mail met een code waarmee hij het bij het postpunt kan inleveren. In plaats van terug naar het warehouse gaat het artikel hierdoor direct naar de nieuwe eigenaar. 

De theorie achter het concept is dat iedereen profiteert. De eerste koper krijgt een tegemoetkoming, de tweede koper korting en de retailer bespaart logistieke kosten. Allemaal werken ze mee aan een methode die zorgt voor minder uitstoot van CO2.

Van Heijst van It Goes Forward liep al enige jaren rond met het idee dat direct doorsturen een middel zou kunnen zijn om de stroom retouren in te dammen. Bij een vorige werkgever liet hij door een stagiaire een wiskundig model ervan maken. Dat zag er zo veelbelovend uit dat haar professoren van de Erasmus Universiteit Rotterdam haar de mogelijkheid boden om er een wetenschappelijk artikel over te schrijven. Dat is gepubliceerd in het Omega Journal (Customer-to-customer returns logistics: Can it mitigate the negative impact of online returns?). 

Van Heijst: “Het onderzoek toonde aan dat er een potentie lag van maar liefst 40 procent kostenbesparing. Toen heb ik besloten om met mijn andere werk te stoppen en me volledig op de ontwikkeling van dit product te richten. Dat is nu haast twee jaar geleden.” 

Groene retailers

Programmeur Stribos sloot zich later aan om de software te bouwen. Nu is het product gereed, is de markt verkend en is er een laun­ching customer: Kuyichi, een Nederlands kledingmerk dat duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. Evenals, zo mag worden aangenomen, hun klanten. Hun medewerking is immers een essentiële voorwaarde. Stribos: “Consumenten moeten het artikel wel van andere klanten willen ontvangen. Dus het moet absoluut schoon en netjes in de verpakking. De meerderheid doet het zo, maar de minderheid die het met vlekken en al terugstuurt, die willen we liever buiten ons systeem houden. Want daar zijn retailers toch een beetje bang voor. Wij denken bij de start dat we de klanten van groene retailers makkelijker meekrijgen dan die van fast fashion.”

De tweede koper kiest bewust voor een retourdeal met korting en weet dus dat de staat niet nieuw is en er eventueel een andere verpakking omheen zit. Verder heeft hij of zij dezelfde rechten als de eerste koper, ook het recht op retour. “Het is gewoon een compleet nieuwe order vanuit de webshop onder gelijke voorwaarden. Voor de klanten van de webshops blijven wij onzichtbaar.”


Verdienmodel

Voor de retailers is het product dat It Goes Forward levert een functionaliteit die wordt ingebouwd in hun systeem en die een retour matcht aan een nieuwe koper. Algoritmen bepalen welke producten in aanmerking komen (afhankelijk van de omloopsnelheid, de reden van retour en of het geen hygiëneproduct is), hoelang ze moeten worden vastgehouden door de eerste koper (tot een bepaald aantal dagen) en de daaraan gekoppelde korting (hoe langer onverkocht, hoe hoger de korting voor de nieuwe koper, ook weer met een maximum). Is het artikel dan nog steeds niet verkocht, dan gaat het alsnog terug naar het warehouse. Is er wel een koper, dan krijgt It Goes Forward een deel van de opbrengst. Daarin schuilt het verdienmodel van de onderneming: een commissie per match.

Volgens Van Heijst en Stribos is het voordeel voor de retailer goed voorspelbaar. “Met al onze simulaties en doorrekeningen van historische data van de retailer is het vrij makkelijk te benaderen wat de prijselasticiteit is, hoe gevoelig hun klanten zijn voor kortingen, en valt het vrij precies uit te rekenen wat het oplevert. Dat loopt zoals gezegd op tot meer dan 40 procent aan kostenbesparingen. Maar ook als het maar 20 procent is, kan dat miljoenen euro’s schelen”, zegt Stribos.

Milieu 

De CO2-besparing is daar nog niet bij inbegrepen, aldus Van Heijst. “Die kwantificeren we wel, maar in tonnen, niet in euro’s. Deze bedrijven kunnen geen CO2-rechten verhandelen. Maar zou je het omrekenen, dan kom je voor sommige bedrijven al gauw op honderdduizenden euro’s.”

Hoewel de eerste klant Nederlands is en er gesprekken lopen met andere Nederlandse retailers, willen Van Heijst en Stribos zich daar niet toe beperken. Van Heijst: “We kunnen elke webshop helpen die een fysiek product aanbiedt. Het is geoptimaliseerd voor kostenbesparingen voor de retailer, en in hoe meer landen die retailer gevestigd is, hoe ‘logischer’ het is. Ongeacht hoeveel ful­filmentcenters ze hebben en waar die staan. Sommigen fulfillen heel Europa vanuit Nederland. Bestelt iemand in Madrid een paar schoenen en zijn die te klein, dan moeten ze terug naar Nederland. Maar als drie dagen later iemand in Barcelona dezelfde schoenen wil, kunnen ze in Spanje blijven. Het is bij uitstek een oplossing voor grotere landen, omdat je daar veel meer kilometers bespaart.”

De focus blijft dus niet op Nederland, maar wel op mode. Hoewel het concept breder toepasbaar is, leent niet elk product zich er even goed voor. Van Heijst: “Grotere objecten als meubels of fietsen zullen mensen liever niet lang bij zich willen hebben. Elektronica is problematisch vanwege defecten en beschadigingen. Maar er zijn ook categorieën te bedenken waar het beter toepasbaar is. Fashion heeft echter de hoogste retourpercentages en die markt is groot genoeg. Daar houden we het voorlopig bij. We zouden de eerste start-up niet zijn die eraan onderdoor gaat omdat het geen focus aanbrengt.” 


Frank de Kruif

Getty Images e.a.