skipToContentskipToFooter

15-12-2024

Highlights van het ADR 2025

H

Nieuwe ADR-regels vanaf 1 juli 2025 verplicht

Het ADR verandert per 1 januari op verschillende punten. Zo krijgen natrium-ionbatterijen een plek in de regelgeving en komen er aanvullende voorschriften voor het plaatsen van binnenverpakkingen met afval in een buitenverpakking. Voor bedrijven die gevaarlijke stoffen verpakken, vullen, laden, lossen, ontvangen of (laten) vervoeren is de ADR-update een belangrijke aanleiding om hun processen onder de loep te nemen.

Eens in de twee jaar krijgt het ADR, de internationale overeenkomst voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, een opfrisbeurt. Op 1 januari 2025 breekt dat moment weer aan. De voorschriften voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen worden dan op bepaalde punten gewijzigd. Voor de meeste bedrijven die te maken hebben met wegvervoer van gevaarlijke stoffen, verandert er waarschijnlijk weinig. Maar voor specifieke groepen bedrijven kan een ADR-wijziging heel ingrijpend zijn, in positieve of negatieve zin. Vanaf 1 januari aanstaande gaat er een overgangsperiode in van een halfjaar, zodat bedrijven tijd hebben hun bedrijfsprocessen aan te passen. Vanaf 1 juli 2025 is het ADR 2025 verplicht. Wel geldt voor sommige wijzigingen een langere overgangstermijn dan een halfjaar.

Sterk gekoelde vloeibare gassen

Een belangrijke wijziging voor een specifieke groep is bijvoorbeeld dat de afzender van sterk gekoelde vloeibare gassen in tankcontainers en transporttanks straks nadrukkelijker verantwoordelijk is voor het vaststellen van de verblijftijd. Dit is de tijd waarbinnen het vervoer moet zijn afgerond om te voorkomen dat de tank gaat ‘afblazen’ (door te veel drukopbouw als gevolg van opwarming).

Je mag straks veel verschillende binnenverpakkingen gebruiken, mits de buitenverpakking supergoed is

Die wijziging in hoofdstuk 1.4 van het ADR hangt samen met veranderingen in de hoofdstukken 4.2 en 4.3. Van de berekening van de verblijftijd mag de afzender namelijk afzien als het gehele transport uitsluitend over land gebeurt zonder overslag en tijdelijke tussenopslag. Als een tank leeg en niet gereinigd is, hoeft de afzender de verblijftijd evenmin te berekenen. Dit op voorwaarde dat hij kan aantonen dat de druk zodanig is verlaagd dat de inrichtingen voor drukontlasting niet in werking zullen treden tijdens het vervoer.

Veranderingen in gevarenklassen

Er zijn in het ADR ook opvallende aanpassingen in deel 2. De wetgever lijkt te worstelen met hoe hij artikelen die gevaarlijke stoffen bevatten, moet classificeren. Bij brandbare vaste stoffen kent het ADR bijvoorbeeld al classificatiecode F (brandbare vaste stoffen, zonder bijkomend gevaar). Nieuw in 2025 is dat onder classificatiecode F ook voorwerpen vallen die dit soort stoffen bevatten. Bij verschillende klassen en classificatiecodes wordt dat straks mogelijk.

Daarnaast worden aan klasse 1 (explosieve stoffen en voorwerpen) ‘inrichtingen voor verspreiding van een brandblusmiddel’ toegevoegd. Daar bestaan inmiddels steeds meer varianten van. Er zijn bijvoorbeeld steeds vaker containers te zien voor de opslag van lithiumbatterijen met een installatie om een aerosol of ander blusmiddel te verspreiden. Voor die inrichtingen is een nieuw UN-nummer bedacht: UN 0514. Is er geen sprake van een pyrotechnische lading in het systeem, dan valt dit systeem onder UN 3559. Een wijziging die voor aanbieders van blusmiddelen van belang is.

Bij gevaarlijke stoffen wordt vaak direct gedacht aan de chemiesector, maar sommige ADR-wijzigingen zijn ook relevant voor organisaties als ziekenhuizen. Neem gevarenklasse 6.2 voor infectueuze stoffen, waarbij categorie A bedoeld is voor zeer infectueuze stoffen die bij gezonde mensen of dieren kunnen leiden tot invaliditeit of zelfs de dood. Daar wordt nu aan toegevoegd dat het monkeypox-virus, beter bekend als het apenpokkenvirus, alleen een stof van de categorie A is als het in ‘celculturen’ voorkomt. Bijvoorbeeld als het in petrischaaltjes op kweek wordt gezet.

Introductie natrium-ionbatterijen

Ook gevarenklasse 9 (overige gevaarlijke stoffen en voorwer­pen) wordt aangepast. Daarbij zal de introductie van natrium-ionbatterijen waarschijnlijk de meeste impact hebben, als we naar de toekomst kijken. Dit soort batterijen, ook wel zoutbatterijen genoemd, is een nieuwe ontwikkeling die de wetgever een plekje in het ADR wil geven. Er komt een nieuw UN-nummer voor losse natrium-ionbatterijen (UN 3551) en voor natrium-ionbatterijen verwerkt in apparatuur (UN 3552).

De introductie van natrium-ionbatterijen betekent dat in deel 3 van het ADR ook verschillende nieuwe bijzondere bepalingen voor natrium-ionbatterijen komen en dat bestaande bijzondere bepalingen worden aangepast. In een bijzondere bepaling staan stofspecifieke voorschriften.

Verder komen er nieuwe indelingen voor het vervoer van elektrische voertuigen over de weg. Zo mag je UN 3171 straks alleen nog gebruiken voor voertuigen en apparatuur ­aangedreven door ‘natte’ batterijen, metallische natriumbatterijen of batterijen van natriumlegeringen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de classificatie van auto’s met een lithium-ionbatterij, maar ook voor bijvoorbeeld elektrische fietsen en ­skelters. Voor voertuigen die worden aangedreven door natrium-ionbatterijen en geen andere gevaarlijke stoffen bevatten, zijn er geen eisen vanuit het ADR. Dit op voorwaarde dat de batterijen zodanig zijn kortgesloten, dat ze geen elektrische energie meer bevatten. Dit moet dan duidelijk zichtbaar zijn.

In de bijzondere bepaling 666 (voor het vervoer van voertuigen) zit ook een interessante wijziging. Als door de verpakking of een ander verpakkingsmiddel een voertuig niet snel als dusdanig herkenbaar is, moet je gaan kenmerken en etiketteren volgens het ADR. Dus stop je een hoverboard of elektrische fiets (allebei een voertuig volgens bepaling 666) in een doos, dan moet je deze voortaan kenmerken en etiketteren, ook al staat er met koeienletters op de doos wat er in zit.

Voorschriften voor verpakkingen

Een aanpassing in deel 4 van het ADR is ook een vermelding waard. Veel bedrijven worstelen met binnenverpakkingen voor gevaarlijk afval. Ze hebben vaak verschillende maten en soor­ten binnenverpakkingen in huis, maar welke moeten ze nu voor hun UN-gekeurde afvalvat gebruiken? Heel vaak gaat het verpakken van binnenverpakkingen met afval niet volgens de ADR-voorschriften. Zo worden de binnenverpakkingen soms niet met de sluiting omhoog in de buitenverpakking geplaatst en zijn de gebruikte binnenverpakkingen vaak niet samen met de buitenverpakking getest.

De verandering komt erop neer dat je straks veel verschillende binnenverpakkingen mag gebruiken, mits de buitenverpakking supergoed is. Die moet onder andere voldoen aan verpakkingsgroep I, de sterkste verpakkingscategorie. Kortom: de eisen aan de buitenverpakking worden strenger, maar de eisen aan het plaatsen van de binnenverpakkingen soepeler.

Sommige ADR-wijzigingen zijn ook relevant voor organisaties als ziekenhuizen

ADR-chauffeurs

Voor ADR-chauffeurs die brandstoffen rijden, verandert er iets in deel 5 van het ADR. Als je benzine en diesel in één tankwagen rijdt, hoef je momenteel aan de voor- en achterkant van het voertuig alleen de brandstof met het laagste vlampunt aan te geven, dus de brandstof die het gevaarlijkst is. Maar tegenwoordig zijn er steeds meer alternatieve brandstoffen, bijvoorbeeld mengsels van ethanol en benzine. In 2025 is er daarom de volgende wijziging in het ADR: rijd je ‘UN 3475 MENGSEL VAN ETHANOL EN BENZINE met meer dan 10 procent ethanol’, dan moet je het UN- en GEVI-nummer van dit mengsel vermelden. Rijd je dat niet, dan blijft de oude situatie van toepassing. Voor brandstofvervoerders een belangrijke wijziging.

In deel 8 van het ADR staat een grote verandering voor ADR-chauffeurs en bedrijven die zendingen klaarmaken. Volgens het huidige ADR moeten documenten zoals het vervoersdocument en het keuringscertificaat van bijvoorbeeld een oplegger in de transport­eenheid aanwezig zijn. Maar vanaf 1 januari 2025 staat in het ADR dat documenten bij het vervoer in de bestuurderscabine van de transporteenheid aanwezig moeten zijn. Zeker voor bedrijven die zendingen klaarmaken heeft dat gevolgen. Een pakbon met ADR-informatie mag dan bijvoorbeeld niet alleen meer op een pallet aanwezig zijn.

Constructie ADR-voertuigen

Tot slot zijn er ingrijpende aanpassingen in deel 9 rond de constructie van voertuigen die gevaarlijke stoffen vervoeren. Twee jaar geleden was er nog de wijziging dat veel ADR-gekeurde voertuigen niet elektrisch mogen zijn. Daar is de wetgever enigszins van teruggekomen. Zo mogen FL-voertuigen voor brandbare vloeistoffen en gassen vanaf 1 januari 2025 onder voorwaarden wél worden voorzien van een elektrische aandrijflijn. Een mooie ontwikkeling voor de voertuigenbranche.

Elektrische aandrijflijnen mogen echter nog steeds niet worden gebruikt voor zogeheten EX-voertuigen, oftewel voertuigen die explosieve stoffen vervoeren. Maar van dit type rijden er niet zoveel voertuigen rond.

Regiobijeenkomsten

Naast de opgesomde wijzingen zijn er meer veranderingen in het ADR. Voor leden organiseert evofenedex in 2025 diverse regiobijeenkomsten zodat ze zich goed kunnen voorbereiden op alle wijzigingen. In de bijeenkomsten gaan we meer in op de praktijk en kunnen deel­nemers hun bedrijfsspecifieke vragen stellen. Ook krijgen zij na afloop een uitgebreide syllabus met alle ADR-wijzigingen. Kijk hier voor meer informatie en om je aan te melden.

Stan van Rossum

Nikki Beukeboom | Getty Images