16-10-2024
Herziening DWU staat op de rails
HVijf grote wijzigingen in Douanewetboek van de Unie
Door een veranderende wereld en toename van douanetaken is het Douanewetboek van de Unie aan herziening toe. De Europese Commissie is hier momenteel druk mee bezig en stelt vijf grote wijzigingen voor.
Toen het huidige Douanewetboek van de Unie (DWU) op de tekentafel lag, zag de wereld er heel anders uit. Ecommerce was nog een onbekend fenomeen en douanewerk was veel minder gericht op milieu en compliance dan nu. Vandaag de dag explodeert het aantal aangiften en nemen de douane taken toe. Kortom, hoog tijd voor een flinke opfrisbeurt van het wetboek.
Voor de Europese Commissie was het best lastig vast te stellen hoe de herziening van het DWU het best kan worden aangepakt. Maar over één ding waren de lidstaten van de Europese Unie (EU) het vanaf het begin eens: de huidige werkwijze rammelt. Als voorfase van het megaproject bracht de Commissie een groep outsiders bij elkaar om een out-of-the-boxdenktank te faciliteren. Deze wise persons group bracht in maart 2022 haar rapport uit. Alle lidstaten hadden een vertegenwoordiger in deze groep. Voor Nederland was dat Manon van Beek van TenneT. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Commissie best sturend is geweest in de begeleiding van die adviesgroep.
In het kader van ‘een beetje van jezelf en een beetje van Maggi’ is de Commissie direct na het verschijnen van het rapport aan de slag gegaan om een totaal nieuw DWU op te stellen. Veel artikelen lijken daarbij nog op die van het huidige DWU. Zo zijn ‘tarief, waarde en oorsprong’ nauwelijks gewijzigd. Een belangrijke constatering, want vooral de indeling van goederen is niet eenvoudig. Douanekennis blijft dus ook voor het nieuwe DWU geen overbodige luxe. Wat wordt er dan wel anders in het nieuwe DWU? Met weglating van veel details gaat het daarbij om vijf belangrijke onderwerpen.
1. Vertegenwoordiging
Veel bedrijven maken sinds jaar en dag gebruik van vertegenwoordigers, ook wel douane-expediteurs genoemd. Deze vertegenwoordiging verloopt doorgaans via directe vertegenwoordiging. Dit betekent dat de opdrachtgever van de douane-expediteur, bijvoorbeeld de importeur, verantwoordelijk blijft voor de informatie in de aangifte. Ambtenaren van de EU zien hierin wel een risico. In de nieuwe regelgeving introduceert de wetgever daarom een systeem waarin slechts één persoon aansprakelijk is voor een juiste afhandeling van de douaneformaliteiten. In de meeste gevallen zal dat de importeur of exporteur zelf zijn. Voor import wordt dit gedefinieerd als de persoon die ‘de macht heeft om te bepalen dat goederen in de EU worden ingevoerd en van deze macht ook gebruikt heeft gemaakt’.
In het nieuwe DWU blijft overigens ook indirecte vertegenwoordiging mogelijk. Hierbij is de douane-expediteur de aan gever en aansprakelijk voor het voldoen aan de formaliteiten. Voor dienstverleners is dit waarschijnlijk geen aanlokkelijk perspectief.
2. Europese datahub
Het creëren van een Europese datahub is ook een onder werp. Dit om het delen van informatie tussen lidstaten makkelijker te maken. In Nederland is de uitrol van het Douaneaangiften Management Systeem (DMS) als opvolger van AGS bijna gereed. NCTS-fase 5 (de Douane Vervoer Applicatie, afgekort DVA) volgt eind oktober 2024. De implementatie van de nieuwe aangiftesystemen is een eigen verantwoordelijkheid van de lidstaten, wat behoorlijk wat nadelen met zich meebrengt. Zo hebben sommige lidstaten een latere implementatiedatum bedongen. Voor aangevers betekent de implementatie langs het spoor van verschillende lidstaten bijvoorbeeld dat ze in al die landen aparte applica ties moeten aankopen. Dit leidt met name voor bedrijven die in meerdere lidstaten werkzaam zijn tot hoge nalevings kosten.
Een Europese datahub, die het delen van informatie tussen bijvoorbeeld de Douane, de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en andere handhavers mogelijk maakt, kan daarom voordelig zijn voor bedrijven. Hoe de architectuur van zo’n datahub eruit gaat zien is vooralsnog niet duidelijk. Het lijkt erop dat de vorm meer die van een communicatie platform zal zijn dan van een dataopslag. De EU wil de datahub eerst realiseren voor ecommerce in 2028. De volledige implementatie zou dan in 2038 zijn.
3. Van AEO naar T&C
In de tekst van het voorstel van de Europese Commissie lijkt Trust and Check (T&C) de status van Authorised Economic Operator (AEO) nagenoeg geheel te vervangen. De grootste wijziging van T&C ten opzichte van AEO is dat bij T&C meer facilitatie mogelijk is. Deze facilitatie kan in de meest ver gaande vorm leiden tot een systeem waarbij een bedrijf zelf standig aan zijn douaneverplichtingen kan voldoen. Dus zonder verdere toepassing van een formaliteitenstelsel. Deze werkwijze is vergelijkbaar met de huidige aangifte voor de btw. De Commissie verwacht dat deze vereenvoudigde werkwijze een grote aantrekkingskracht zal uitoefenen op exporteurs en importeurs. In dat geval zal het aantal T&Cvergunningen voor importeurs aanzienlijk hoger liggen dan het huidige aantal AEO-vergunningen. De Douane vraagt in ruil voor de voordelen van T&C dat aangevers realtime inzicht geven in hun administratie. Het lijkt er erop dat de lidstaten de nieuwe T&C-status naast de AEO-status willen laten bestaan. Dit zou ertoe leiden dat er een trapsgewijze opbouw van verschillende soorten facilitatie ontstaat, die gekoppeld is aan T&C en AEO.
4. Douaneagentschap
De gebruikte bezweringsformule in de EU was lange tijd dat de nationale douanediensten samenwerken alsof ze één administratie voeren. Maar al decennia lang wijzen critici erop dat de uitvoering van douanezaken verschilt per lidstaat. Daarom zijn er voorstellen gedaan om het DWU aan te passen. Deze gaan niet zover dat er gekozen wordt voor één Europese douanedienst. Als compromis is het de bedoeling een douaneagentschap op te richten, dat in de EU het gelijke speelveld op douanegebied moet bewaken. Niet met mede werkers ter plaatse, maar wel met bevoegdheden om natio nale douanediensten op een en dezelfde lijn te houden.
Een andere belangrijke taak voor het nieuwe agentschap wordt het verder vormgeven en het beheren van de datahub. Belangrijk is ook dat het agentschap de Europese Commissie adviseert bij het opstellen van nieuwe regelgeving om controles aan de buitengrens op een ‘handige’ manier in te richten. Daarbij zouden fysieke controles aan de buitengrens worden voorbehouden aan de goederen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Andere controles kunnen prima in het binnenland gebeuren.
5. E-commerce
E-commerce wordt gezien als een van de belangrijkste oor zaken van de overbelasting van de douane aan de buiten grenzen van de EU. Een eerste maatregel die in de huidige voorstellen voor het nieuwe DWU staat is de afschaffing van de vrijstelling van invoerrechten voor zendingen met een waarde onder de 150 euro. De officiële reden hiervoor is een gelijk speelveld te creëren tussen Europese producten en producten die goedkoop worden ingevoerd uit derde landen. Maar de Europese Commissie hoopt ook dat de maatregel een dempende werking heeft op de volumes van de goederenstromen.
Behalve de opheffing van de vrijstelling zijn er ook andere vereenvoudigingen voor de ecommercestroom voorzien. Zo wordt de tariefindeling versimpeld en mogen bedrijven voor de afdracht van douaneschuld gebruikmaken van het zogeheten eenloketsysteem (Import One-Stop Shop, IOSS), dat voor de btw-heffing al van toepassing is. De bedoeling is dat de ecommercestroom als eerste onder de nieuwe regels gaat vallen.
Hoe nu verder?
Na het voorstel van de Europese Commissie en de reactie daarop van het Europees Parlement, zijn de lidstaten nu bezig om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op het opstellen van het nieuwe DWU. Inmiddels hebben de lid staten in de Raadswerkgroepen alle artikelen van het voor stel doorgenomen. Dit heeft vooral geleid tot veel vragen en bezwaren. Het is nog niet duidelijk in hoeverre de lidstaten bepaalde onderdelen van het voorstel steunen. Hongarije heeft als voorzitter geprobeerd een beeld te krijgen van de onderdelen die geheel of gedeeltelijk door de lidstaten worden onderschreven of afgewezen. Hiervoor hebben de leidinggevenden van de douanediensten een vragenlijst moeten invullen. Dit is alvast een eerste stap om nieuwe teksten te kunnen formuleren.
De tijdlijn voor het voltooien van het DWU valt moeilijk te voorspellen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen ook de vol gende voorzitters (Polen en Denemarken) zich nog bezig houden met de dossiers. Voor de datahub begint de tijd toch wel te dringen, al lijkt 2028 misschien nog ver weg.
Naar verwachting gaan de ITdiensten van de Europese Commissie de komende periode aan de slag om nadere plannen te maken voor de architectuur van een Europese datahub.
Rol van evofenedex
evofenedex is lid van het Overleg Douane Bedrijfsleven (ODB). Onder auspiciën van het ODB houdt een specifieke groep zich bezig met de stand van zaken rond de herziening van het DWU. Naast vertegenwoordigers vanuit het bedrijfs leven zitten in deze groep vertegenwoordigers vanuit het ministerie van Financiën en de Douane. Ook de Raad voor internationale handel van evofenedex bespreekt de ontwikkelingen regelmatig. Voor vragen en opmerkingen over de ontwikkelingen kunnen leden altijd terecht bij de secretaris, Agnieszka Brodacz.
Op Europees niveau wordt de European Shippers' Council (ESC) regelmatig bijgepraat door de Europese Commissie. Leden van evofenedex kunnen ook bij de ESC hun wensen en zorgen inbrengen via Brodacz. Zodra er weer een nieuwe fase van de herziening van het DWU aanbreekt, geven we opnieuw een update over alle ontwikkelingen.
Bijblijven op douanegebied?
De meest actuele informatie krijg je bij de douane opleidingen van evofenedex. Alle opleidingen (ook incompany mogelijk) zijn praktisch, markterkend en actueel door onze goede contacten met de Douane.
Godfried Smit
Douane Nederland