05-09-2024
Big bang, in één keer over naar DVA
BVervoersaangiftesysteem op de schop
Bedrijven krijgen bij hun douaneaangiften in het najaar van 2024 te maken met belangrijke wijzigingen bij de Douane. Een vervoersaangifte doen kan dan niet langer meer in de vertrouwde NCTS-versie (fase 4). Wat verandert er allemaal voor het bedrijfsleven?
De Douane is druk bezig om verouderde douanesystemen aan te passen. Op 29 oktober 2024 vervangt de dienst het New Computerised Transit System (NCTS-fase 4) door de Douane Vervoer Applicatie, afgekort DVA (NCTS-fase 5). Bedrijven kunnen hun vervoersaangiften vanaf dat moment alleen nog in de nieuwe DVA indienen. De veranderingen zijn meer dan een software-update, want vergeleken met NCTS-fase 4 zijn er ook wijzigingen in de data. Er is geen transitieperiode ingepland, bedrijven gaan via de bigbangmethode in één keer over naar DVA. Voor aangevers is het van belang zich goed voor te bereiden op de wijzigingen.
Verouderd door wetgeving
De uiterste datum waarop NCTS-landen naar fase 5 van NCTS kunnen overgaan, is 1 december 2024. DVA is van toepassing op de vergunningen Toegelaten Afzender (TA) en Toegelaten Geadresseerde (TG). De vergunningen zelf veranderen niet, evenmin als het proces ‘vervoer’.
Het huidige systeem NCTS-fase 4 is in gebruik sinds 2003 en is gebouwd op basis van inmiddels vervallen wetgeving. Sinds 1 mei 2016 is nieuwe wetgeving van kracht en geldt het Douanewetboek van de Unie (DWU). Als gevolg hiervan moeten alle douanesystemen in de lidstaten van de Europese Unie worden aangepast.
Vier in plaats van twee
Twee van de grootste wijzigingen in DVA ten opzichte van NCTS-fase 4 zijn de structuur van het bericht en de hoeveelheid data. In fase 4 van NCTS bestaat de aangifte uit twee lagen: de aangifte en het artikel. Bij DVA is de aangifte opgebouwd uit vier lagen:
- De envelop met een selectie van gegevens die ook in andere lagen van de aangifte zijn opgenomen.
- De master consignment-items/masterzending/aangifte. Deze laag bevat generieke informatie die betrekking heeft op elk artikel van de masterzending. Zoals de locatie van de goederen, het vergunningnummer en de gegevens van de betrokken partijen.
- De house consignment-items/housezending. Deze bevat generieke informatie die geldig is voor elk artikel van de housezending in de aangifte. Denk aan gegevens van de betrokken partijen en extra actoren in de toeleveringsketen. Voor bedrijven is het belangrijk de tijd tot 29 oktober goed te gebruiken om ervoor te zorgen dat ze de nieuwe informatie beschikbaar hebben voor de Douane. Partners in de supplychain moeten weten dat de nieuwe informatie voor zendingen vanaf 29 oktober nodig is om een correcte aangifte te kunnen doen.
- De house-items ofwel de artikelen van de housezending. Hieronder vallen onder meer de goederen, de goederenomschrijving, de verpakking, het gewicht en de goederencode.
HS-code en containernummer
Een grote verandering in DVA is dat de aangever de HS-code (de goederencode van zes cijfers) in elke aangifte op itemniveau moet vermelden. Verder hoeft de geplande overlading van een container (bijvoorbeeld van vrachtauto naar binnenvaartschip) niet als een incident vermeld te worden. Dit wordt nu gezien als een regulier proces waarvoor geen toestemming van de Douane nodig is.
Bij containervervoer is het containernummer voldoende en hoeft het kenteken of de naam en nationaliteit van een vaartuig of voertuig niet in de aangifte opgenomen te worden. Bij ander vervoer (en bij overlading) blijft het vermelden van de identiteit en nationaliteit van het oorspronkelijke en nieuwe vaartuig of voertuig verplicht. Een gemengde zending van T1- en T2-goederen moet in fase 5 van NTCS worden aangeduid als aangiftetype T. In fase 4 is dat aangiftetype T-.
Kantoor van incident
Maar er verandert nog meer. Zo is er een ‘kantoor van incident’ in het leven geroepen. Een voorval tijdens het transport (bijvoorbeeld een verbroken verzegeling of ongeplande overlading na een ongeval) moet de vergunninghouder melden aan het dichtstbijzijnde douanekantoor ofwel het kantoor van incident.
Het printen van het Transit Accompanying Document (TAD), ook wel het begeleidingsdocument douanevervoer of T1-document genoemd, is niet meer verplicht. Voortaan is het voldoende om via digitale middelen alleen een barcode of het MRN-nummer te tonen. De papieren versie van TAD zou alleen nog vereist zijn tijdens het gebruik van de noodprocedure. MRN staat nu overigens voor Master Reference Number. In fase 4 van NCTS betekende het Movement Reference Number.
Verder is het goed te weten dat de lay-out en de datavelden van het TAD-document zijn veranderd. Dit document bestaat nu uit één model met twee mogelijkheden: een met veiligheidsgegevens (verplicht voor vervoer buiten het veiligheidsgebied) en een zonder veiligheidsgegevens.
Om van de regeling douanevervoer gebruik te maken, moet de aangever ‘zekerheid stellen’. Met de overgang naar DVA zal de Douane het huidige referentiebedrag (bedrag aan douaneschuld die kan ontstaan bij niet-zuivering van douanevervoer, bepaald bij de aanvraag van de vergunning doorlopende zekerheid) overzetten van NCTS-fase 4 naar DVA.
Afstemming met bedrijfsleven
evofenedex volgt de voorbereidingen voor de implementatie van DVA nauwlettend. Afstemming met het bedrijfsleven gebeurt in de klankbordgroep DVA. Hierin zitten stakeholders van zowel de private (waaronder evofenedex) als de publieke sector. De bigbangmethode brengt bijvoorbeeld risico’s met zich mee. Daarom heeft het bedrijfsleven de Douane gevraagd ruim voor 29 oktober 2024 een besluit te nemen of aan alle voorwaarden voor een goede implementatie is voldaan, de zogeheten go/no-go-beslissing. Een datum hiervoor is nog niet bepaald.
Mocht het tot een no-go-beslissing komen, dan lijkt de noodprocedure voorlopig het enige alternatief, met alle administratieve rompslomp van dien. De stakeholders hebben de Douane nadrukkelijk gevraagd noodscenario’s goed uit te werken.
Vragen over internationaal ondernemen?
Agnieszka en haar collega's helpen je graag verder
Agnieszka Brodacz
Getty Images