Regeling bedrijfsvoertuigenpark
De wegenbelasting voor een vrachtauto met koppeling wordt onder andere gebaseerd op de toegestane maximum massa van de combinatie.
Voor de aanhangwagen achter de vrachtauto hoef je dus niet afzonderlijk belasting te betalen.
Je kunt een deel van de belasting terugvragen als uw bedrijf beschikt over meer vrachtauto's dan aanhangwagens. Deze teruggaafregeling geldt uitsluitend voor de combinatie van vrachtauto met aanhangwagen en niet voor de combinatie van trekker met oplegger.
Voorwaarden
Je krijgt een vergunning bedrijfsvoertuigenpark als u voldoet aan de volgende voorwaarden:
- het park moet bestaan uit vrachtauto's en één of meer aanhangwagens
- de vrachtauto's hebben dezelfde houder (dit mag ook aantal bedrijven binnen een fiscale eenheid zijn)
- alle vrachtauto's zijn voorzien van een koppeling
- trekkers maken geen deel uit van het bedrijfsvoertuigenpark
- alle aanhangwagens zijn te koppelen aan alle vrachtauto's
- in de drie jaren, voorafgaand aan het verzoek, mogen geen vergunningen door de Belastingdienst zijn ingetrokken
Aanvraag indienen
De vergunning bedrijfsvoertuigenpark moet u aanvragen bij de:
Belastingdienst/Centrale administratie Autoheffingen, Team Verzoeken, Postbus 9047, 7300 GJ Apeldoorn.
Bij de aanvraag moet je als houder van de voertuigen:
- verklaren dat geen van de vrachtauto's zal worden gekoppeld aan een aanhangwagen die geen deel uitmaakt van het bedrijfsvoertuigenpark
- er voor zorgen dat de verhouding van het aantal vrachtauto's tot het aantal aanhangwagens ten minste als 3 staat tot 2 is
- verklaren dat een vrachtauto deel uitmaakt van ten hoogste één bedrijfsvoertuigenpark
- geen vrachtauto's vermelden waarvoor een (gedeeltelijke) vrijstelling van belasting bestaat
- verklaren dat wijzigingen in het bedrijfsvoertuigenpark aan de Belastingdienst worden gemeld
- het formulier Bijlage motorrijtuigenbelasting bedrijfsvoertuigenpark met een overzicht van kentekens meesturen
Vergunning
De vergunning heeft een looptijd van een jaar en gaat in op een door de houder te bepalen tijdstip. De vergunning heeft betrekking op het voertuigenpark waarvan de voertuigen in de vergunning genoemd worden. Op verzoek van de houder kan de Belastingdienst de vergunning gedurende de looptijd aanpassen indien sprake is van uitbreiding, verkoop, sloop of export.
Boete en intrekken van de vergunning
De inspecteur kan de vergunninghouder een boete opleggen van maximaal 492 euro als aan een vrachtauto een aanhangwagen is gekoppeld die geen deel uitmaakt van het bedrijfsvoertuigenpark. De inspecteur kan de vergunning zelfs intrekken, als
- (bij herhaling) niet wordt voldaan aan de voorwaarden
- sprake is van (een poging tot) misbruik van de vergunning
- de vergunninghouder daarom verzoekt.
Berekening van de teruggaaf
Je kunt de teruggaaf als volgt berekenen:
- je berekent het verschil tussen de belasting die betaald is voor alle vrachtauto's en de belasting die betaald zou moeten worden als de vrachtauto's geen koppeling zouden hebben
- het verschil tussen het aantal vrachtauto's en aanhangwagens wordt gedeeld door het aantal vrachtauto's
- het getal berekend bij 2) wordt vermenigvuldigd met het verschil berekend bij 1).
- De uitkomst hiervan is het bedrag dat wordt terugbetaald.
Vragen over vervoer?
Marjolein en haar collega's helpen je graag verder