Afmetingen en massa’s aanhangwagens
De inrichtingseisen, waaronder de toegestane afmetingen en massa's, van voertuigen zijn in Nederland vastgelegd in de Regeling Voertuigen. Voor de aanhangwagen tot 750 kg toegestane maximummassa gelden soms andere inrichtingseisen dan voor de zwaardere aanhangwagen.
Gestandaardiseerde laadstructuren en afneembare bovenbouwen
In de maximum afmetingen zijn afneembare bovenbouwen en gestandaardiseerde laadstructuren zoals containers en afzetbakken begrepen.
Breedte en hoogte
De maximumbreedte van aanhangwagens en opleggers is binnen de landen van de EU 2,55 meter en 2,60 meter bij geconditioneerde voertuigen, mits de wanden van die voertuigen ten minste 4,5 cm dik zijn. In Nederland is een breedte van 2,60 meter toegestaan als de aanhangwagen of oplegger voor 1 februari 1999 in gebruik is genomen en de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 10 ton.
Aanhangwagens met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg mogen niet breder zijn dan 2,55 meter.
De hoogte van een oplegger of aanhangwagen mag inclusief lading niet meer zijn dan 4,00 meter.
Lengte van een aanhangwagen
Aanhangwagen ≤ 750 kg toegestane maximummassa
De lengte van een enkelassige middenasaanhangwagen is beperkt tot 8,00 meter.
Aanhangwagen > 750 kg toegestane maximummassa
Aanhangwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg mogen 12,00 meter lang zijn. Kermis- en circusvoertuigen mogen in Nederland niet langer zijn dan 14,00 meter.
Lengte van een oplegger
De maximumlengte van een oplegger is wettelijk niet bepaald, maar bedraagt ongeveer 13,60 meter, uitgaande van een toegestane kopstraal (afstand koppeling tot voorzijde oplegger) van 2,04 meter (2,05 meter bij opleggers van voor 1998), en een toegestane afstand tussen de koppeling en de achterzijde van 12,00 meter.
De maximumlengte van een oplegger van kermis- of circusbedrijven bedraagt ongeveer 19,10 meter, uitgaande van een toegestane kopstraal van 2,04 of 2,05 meter en een toegestane afstand tussen de koppeling en de achterzijde van 17,50 meter.
Lengte van een samenstel van bedrijfsauto met aanhangwagen
De lengte van de samenstel van een bestel- of vrachtauto met aanhangwagen mag niet meer bedragen dan 18,75 meter. (Afbeelding 1, onderaan deze pagina)
Verder mag bij bestel- en vrachtauto's de afstand tussen de achterzijde van de cabine en de achterzijde van de aanhangwagen maximaal 16,40 meter bedragen, terwijl de maximale laadlengte is beperkt tot 15,65 meter.
De afstand tussen de achterste as van de vrachtauto en de eerste as van de aanhangwagen (met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton) moet ten minste 3,00 zijn; deze eis geldt niet voor de samenstellen van personen- of bestelauto met aanhangwagen.
Samenstellen van bedrijfsauto's met aanhangwagens van kermis- of circusvoertuigen mogen 24,00 meter lang zijn.
Samenstellen van rijdende werktuigen met aanhangwagen mogen 20 meter lang zijn.
Lengte van een samenstel van personenauto met aanhangwagen
De lengte van de samenstel van een personenauto met aanhangwagen mag niet meer bedragen dan 18,00 meter.
Lengte van een samenstel van trekker met oplegger
De lengte van dit samenstel mag niet meer bedragen dan 16,50 meter. (Afbeelding 2, onderaan deze pagina)
De kopstraal, de afstand tussen het hart van de koppeling en de voorzijde van de oplegger, mag niet meer zijn dan 2,04 meter (2,05 meter bij opleggers van voor 1998). De afstand tussen het hart van de koppeling en de achterzijde van de oplegger is beperkt tot 12,00 meter.
Een samenstel van een trekker met oplegger bestaande uit kermis- of circusvoertuigen mag 24,00 meter lang zijn, waarbij de afstand tussen de koppeling en de achterzijde van de oplegger beperkt is tot 17,50 meter.
Voertuigen met ZZ-kenteken
Er zijn aanhangwagens en opleggers die door hun constructie of gebruiksdoel niet kunnen voldoen aan de toegestane maxima. Ze worden na goedkeuring door de RDW voorzien van een kenteken met de beginletters 'ZZ'. Ze mogen uitsluitend op de weg worden gebruikt na toestemming van de wegbeheerder. Dit moet blijken uit een bij het voertuig aanwezige ontheffing.
Aslast, last onder de koppeling en maximummassa
De last onder de assen en de last onder de koppeling bepalen de toegestane maximummassa van de geladen aanhangwagen of oplegger. De maximale aslasten zijn alleen wettelijk vastgesteld voor aanhangwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg.
Aslast (asdruk)
De last onder de as of assen van een aanhangwagen mag niet meer bedragen dan op het kentekenbewijs/kentekencard of in het kentekenregister is vermeld.
Last (druk) onder de koppeling/assen
Bij een middenasaanhangwagen of oplegger mag de last onder de koppeling niet meer bedragen dan op het kentekenbewijs/kentekencard of in het kentekenregister is vermeld.
De last onder de koppeling van een middenasaanhangwagen met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg mag alleen neerwaarts zijn gericht en niet meer dan 50 kg bedragen.
De last onder de koppeling van een middenasaanhangwagen met een toegestane maximummassa van meer dan 750 kg mag niet minder bedragen dan één procent van de toegestane maximummassa van het voertuig, maar hoeft niet meer te bedragen dan 50 kg.
Maximummassa
De totale massa van een aanhangwagen of de som van de aslasten van een autonome aanhangwagen mag niet meer bedragen dan de op het kentekenbewijs/kentekencard of in het kentekenregister vermelde toegestane maximummassa. De toegestane maximummassa van een middenasaanhangwagen mag niet meer bedragen dan 20 ton of 24 ton als de aanhangwagen voorzien is van drie assen en van gasvering.
1/5 Deel
Bij een beladen oplegger moet de last onder de koppeling ten minste 1/5 deel van de massa van de beladen oplegger zijn. Bij een beladen autonome aanhangwagen moet de last onder de gestuurde as of assen ten minste 1/5 deel van de beladen aanhangwagen zijn. Deze eisen zijn vooral van belang als met de (lege) aanhangwagen of oplegger een meeneemheftruck wordt meegevoerd.
Vragen over gevaarlijke stoffen
Marjolein en haar collega's helpen je graag verder