Internationale documenten algemeen

Chauffeurs en de bijrijders moeten bij internationaal eigen vervoer minimaal de volgende documenten bij zich hebben:

• geldig paspoort of identiteitsbewijs.
• geldig rijbewijs met geldige Code 95.
• bestuurderskaart van de lopende dag en van de 56 daaraan voorafgaande kalenderdagen.
• eventueel patronaal attest bij incidenteel grensoverschrijdend vervoer.
• bewijs van sociale verzekering.

Tijdens een controle moeten chauffeurs de rij- en rusttijdgegevens van 56 voorafgaande kalenderdagen aan de rit kunnen tonen. Als zij verlof hebben gehad, ziek zijn geweest of andere werkzaamheden hebben verricht ontbreken er dagen in de reeks van 56 dagen.

Op de bestuurderskaart moeten alle activiteiten en rust staan. Dit kan achteraf via handmatige invoer in de digitale tachograaf ingevoerd worden.

Bij incidenteel tachograafgebruik mag een patronaal attest gebruikt worden. Als de registratie van 56 dagen niet sluitend is kunnen zij forse boetes krijgen.

Extra documenten voor lading

• Accijnsgeleidedocument: voor het vervoer van accijnsgoederen binnen de EU, zoals gedistilleerd, minerale oliën en tabak.
• Veterinair certificaat: voor het vervoer van levende dieren en bepaalde dierlijke producten.
• Fytosanitair document: veelal nodig bij het vervoer van bloemen, planten en zaden.
• Import van verpakkingshout: verpakkingshout dat vanuit andere landen dan Zwitserland de Europese Unie wordt binnengebracht moet voldoen aan de eisen van de internationale fytosanitaire standaard ISPM 15.
• Bederfelijke levensmiddelen: voor grensoverschrijdend vervoer van bederfelijke levensmiddelen moet je een vries-, koel- of geïsoleerd voertuig met een certificaat van goedkeuring gebruiken. Het vervoermiddel moet hiervoor worden gekeurd zoals geregeld in het Accord Transport Perissables (ATP).