skipToContentskipToFooter

Houd rekening met de eisen die retourlogistiek worden gesteld.

Van smartphones tot outdoor-kleding en industriële machines; steeds meer bedrijven zijn bezig met het zo goed mogelijk organiseren van hun retourlogistiek. Een klus die, door Europese wetgeving als de Ecodesign-verordening (Ecodesign Regulation for Sustainable Products – ESPR), nog groter zal worden. Dit is een enorme opgave, die van veel variabelen afhankelijk is. Niet elk product is even gemakkelijk retour te nemen, bijvoorbeeld vanwege productspecifieke eigenschappen of vanwege de manier van transport. Leden van evofenedex noemen drie factoren die voor een goede en efficiënte retourlogistiek, bepalend zijn: 

  • Kennis over de locatie van producten

Veel bedrijven verkopen hun producten aan hun klanten, maar weten vervolgens niet waar deze klanten die producten weer inzetten of aan wie zij deze doorverkopen. Datadelen en track & trace, vormen voor veel bedrijven een barrière, ook omdat dit niet voor ieder product een optie is. Toch is het essentieel om deze informatie te verzamelen.

  • Voldoende volume en regelmaat

Het is voor veel bedrijven lastig om zowel voldoende volume als een voorspelbare regelmaat, aan retourartikelen te generen. Waar logistiek gebaat is bij grote stromen die optimaal verdeeld en efficiënt ingericht kunnen worden, blijkt dit gegeven een struikelblok. Het bovengenoemde punt (1) speelt hierbij ook een rol. Soms kan het samenbundelen van verschillende retourstromen, om zo kosten te spreiden, een oplossing zijn.

  • Goede samenwerking met klanten

Als bovenstaande punten getackeld zijn, is het vervolgens van belang een goede samenwerking met de klant te hebben. Zij kunnen namelijk ervoor zorgen dat de retourartikelen in de best mogelijke staat worden ingezameld. Door bijvoorbeeld de producten gescheiden/gesorteerd klaar te zetten of af te leveren. Dit scheelt weer handelingen.

Circulaire verwerking

Na het retourneren, is het vervolgens aan het bedrijf zelf om te bepalen wat ze met deze producten gaan doen. Sommige producten kunnen met kleine reparaties weer de markt op. Producten met meer schade of slijtage, vragen mogelijk om een volledige opknapbeurt of om een modernisering naar de standaarden van vandaag. Een bekend voorbeeld hiervan is het reviseren (refurbishen) van smartphones en dit gebeurt steeds vaker bij allerlei apparaten. Producten een tweede leven geven, levert geld op.

Als een retourartikel niet (meer) geschikt is om terug de markt op te gaan, kan het recyclen van de verschillende materiaalstromen een optie zijn. Hiervoor wordt door bedrijven steeds meer gekozen. Immers, als je je retourstroom kunt gebruiken als nieuwe grondstof, zorg je ervoor dat je beschikking hebt over een materiaalstroom die van belang is voor jouw organisatie. Hierdoor ben je meteen ook minder vatbaar voor verstoring in je supplychain. 

Dit heeft ook nog eens een positief effect op de duurzaamheid van het product, iets wat in de huidige tijd van duurzaamheidswetgevingen, als de Corporate Sustainability Reporting directive & Corporate Sustainability Due Diligence (CSRD & CSDDD) een prettige bijkomstigheid is.

Toetsingskader afvalstof of niet-afvalstof 

Belangrijk is ook of het geretourneerde product of artikel, een afvalstof is of niet. Een moeilijkheid in dit proces is dat, in sommige gevallen, materiaalstromen worden aangeduid als ‘afval’ en afval mag je in Nederland niet altijd zomaar vervoeren of verwerken. Zo kan een meldplicht van toepassing zijn en ook kunnen er bepaalde kwaliteitseisen gelden. Daarom is het belangrijk om na te gaan of een materiaalstroom écht afval is of dat het als grondstof voor een ander productieproces dient en dus niet wordt afgedankt. 

In jargon van de overheid spreken we dan over ‘voortgezet gebruik’ van een artikel. De overheid heeft hiervoor het ‘Toetsingskader afvalstof of niet-afvalstof’ ontwikkeld. Het volledige toetsingskader is op te vragen via [email protected] .

Een bedrijf mag, via een zelfbeoordeling op basis van het toetsingskader, gebruikmaken van de status ‘voortgezet gebruik’. De drie belangrijkste elementen hierin zijn:

  • Het is zeker dat deze materialen gebruikt worden.
  • Het voorgenomen gebruik is rechtmatig.
  • Het voorgenomen gebruik is, vanuit grondstoffenefficiëntie, voldoende hoogwaardig.

Een bedrijf moet, als de toezichthouder Inspectie Leefomgeving en Transport daarom vraagt, aan kunnen tonen dat het besluit voldoende is onderbouwd. 

Kortom, de status ’voortgezet gebruik’ betekent een belemmering minder om de retourlogistiek verder in te richten. Heb je, als lid van evofenedex, vragen over de uitdagingen die circulair ondernemen met zich meebrengen, dan vind je hier meer informatie. Ook kun je contact opnemen met de experts van de ledenservice via 079-3467 346.

Leer meer in ons webinar

Leden die meer willen weten over de circulaire verplichtingen die hen te wachten staan, kunnen kosteloos deelnemen aan het webinar Circulair ondernemen: verplichting én verdienmodel.

Workshopreeks Circulair ondernemen voor logistiek professionals

De workshopreeks wordt gehouden op 15 april, 13 mei en 27 mei, steeds van 13.00 tot 17.00 uur. Deelname is exclusief voor leden van evofenedex.

workshopreeks.jpg

Vragen over circulair ondernemen?

Rick helpt je graag verder

Rick