Inzet zzp’er binnen het beroepsvervoer en eigen vervoer
Onze juristen krijgen regelmatig vragen binnen over arbeidsrecht. Zo krijgen zij regelmatig de vraag of een zzp'er als chauffeur mag worden ingezet binnen de onderneming. Voor het antwoord op deze vraag is allereerst van belang of de werkgever een beroepsvervoerder is of niet.
Beroepsvervoerder
Eerst even de definitie. Beroepsvervoer is het vervoer van goederen met één of meer vrachtauto’s, dat tegen vergoeding voor een of meer derden wordt verricht, niet zijnde eigen vervoer. Bij gebruik van een vrachtauto met een laadvermogen van meer dan 500 kilo bestaat een vergunningsplicht. De Wet wegvervoer goederen (Wwg) verbiedt vervoerders om beroepsvervoer te laten verrichten door chauffeurs die niet bij de onderneming in dienst zijn. De vervoerder en de chauffeur moeten samen een verklaring (werkgeversverklaring/verklaring van dienstbetrekking) opstellen waaruit blijkt dat:
- het vervoer voor rekening en risico van de vervoerder wordt verricht;
- er tussen de vervoerder en de chauffeur een loon-en gezagsverhouding bestaat;
- de chauffeur in dienst is bij een onderneming met een Eurovergunning beroepsvervoer.
Een zzp'er is niet in dienst bij de beroepsvervoerder en voldoet daarom niet aan de eis van dienstbetrekking. Een zzp’er, die zelf niet in het bezit is van een Eurovergunning, mag zich dus niet verhuren aan een beroepsvervoerder en rijden met een vergunning van dat bedrijf. Als je als beroepsvervoerder toch een zzp’er inhuurt zonder Eurovergunning, dan kan dit leiden tot hoge boetes van de Inspectie ILT (3400 euro per overtreding).
Op de eis van dienstbetrekking zijn enkele uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld als het gaat om het inlenen van uitzendkrachten door een door het KIWA erkend uitzendbureau of door ‘collegiale inleen’.
Eigen vervoer
Het eigen vervoer is het vervoer van goederen die eigendom zijn van het bedrijf of die het bedrijf verhandelt, verhuurt, huurt, bewerkt, verwerkt of herstelt. In het eigen vervoer geldt de eis van dienstbetrekking niet. Op grond van Wwg is het dus toegestaan een zzp’er als chauffeur in te huren binnen het eigen vervoer.
Desondanks is er sinds de inwerkingtreding van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (wet DBA) en de afschaffing van de VAR-verklaring het een en ander veranderd en onzeker. De onzekerheid spitst zich met name toe op de vraag hoe de Belastingdienst de relatie van de opdrachtgever en de chauffeur kwalificeert.
Kwalificatie arbeidsverhouding algemeen
Om te bepalen of sprake is van echte zelfstandigheid of van een dienstbetrekking, zijn er drie elementen van belang:
- De verplichting tot persoonlijke arbeidsverrichting;
- Een gezagsverhouding tussen werkgever en werkende;
- De verplichting van de werkgever tot loonbetaling.
Indien al deze elementen aanwezig zijn, zal de Belastingdienst aannemen dat sprake is van een dienstbetrekking en alsnog loonbelasting en sociale premies vorderen. Ook kan de chauffeur bij ziekte doorbetaling van loon of aansluiting bij een pensioenfonds bij de werkgever vorderen.
In het Handboek loonheffingen van de Belastingdienst is een uitgebreide toelichting opgenomen over de gezagsverhouding. Aan de hand van voorbeelden uit de rechtspraak is uitgelegd welke factoren daarbij een rol spelen en aangegeven wanneer wel en wanneer niet sprake is van gezag.
Kwalificatie van arbeidsverhouding van chauffeur in het eigen vervoer
In het eigen vervoer wordt de zzp’er doorgaans ingezet in geval van piekdrukte of arbeidsongeschiktheid, waarbij de zzp’er dus werkt naast chauffeurs in loondienst en vaak tegen vergelijkbare beloning. Deze zzp’er heeft dikwijls niet de beschikking over een eigen voertuig en geen Eurovergunning. In deze situatie heeft de Belastingdienst geoordeeld dat in een dergelijke situatie het onderscheid tussen de chauffeurs in loondienst en de zzp’er die incidenteel wordt ingezet, te klein is. Deze zzp-chauffeur volgt dezelfde instructies op als de chauffeurs in loondienst en moet de arbeid ook persoonlijk verrichten. In deze constructie is de kans zeer groot dat de Belastingdienst oordeelt dat sprake is van een gezagsverhouding en daarmee dus van een schijnzelfstandige.
Het kan ook zijn dat de zzp’er een overeenkomst is aangegaan met een bedrijf dat het vervoer voor eigen rekening verricht, maar zelf geen chauffeurs in dienst heeft. Het zal in die situatie afhangen hoe partijen de overeenkomst van opdracht hebben vormgegeven en daar ook feitelijk uitvoering aan geven (is de chauffeur bijvoorbeeld vrij vervangbaar of bestaat er geen gezagsverhouding?).
Webmodule ZZP en handhaving Belastingdienst
Door de afschaffing van de VAR is het momenteel onzeker hoe de Belastingdienst de kwalificatie van de arbeidsverhouding onder de huidige wetgeving beoordeelt. Begin 2021 is een pilot van de webmodule van start gegaan, waarmee je als opdrachtgever vooraf meer duidelijkheid kan krijgen of de werkzaamheden buiten dienstbetrekking verricht kunnen worden. Door middel van deze online vragenlijst kan dus worden nagegaan of de chauffeurswerkzaamheden daadwerkelijk buiten dienstverband verricht kunnen worden of dat een arbeidsovereenkomst aangeboden moet worden. Via deze link kom je bij de tool
De uitkomst van de webmodule is nu nog een indicatie is en dus geen juridische beslissing. Opdrachtgevers kunnen daarom nog geen rechten ontlenen aan de uitkomst. De webmodule zal na zes maanden geëvalueerd worden en dan komt er een besluit over de inzet van de webmodule. Op z’n vroegst is dit 1 oktober 2021. Tot die tijd zal de Belastingdienst alleen bij kwaadwillenden handhaven.
De Belastingdienst kan handhaven bij kwaadwillenden als zij de volgende drie criteria alle drie kan bewijzen:
- Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking;
- Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid;
- Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.
Dit is een strenge toets en het zal dus moeilijk zijn kwade wil te bewijzen. De Belastingdienst kan daarnaast ook een aanwijzing geven aan een opdrachtgever, als geconstateerd wordt dat de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de huidige loonheffingen niet in overeenstemming is met de huidige wetgeving. Als de opdrachtgever vervolgens de aanwijzingen van de Belastingdienst niet opvolgt binnen een redelijke termijn, dan kan de Belastingdienst ook handhaven.
Laatst bijgewerkt op: 24 augustus 2021
Vragen over juridische zaken?
Marinke en haar collega's helpen je graag verder