Dit verandert er in het arbeidsrecht in 2023
Elk jaar verandert er wel iets op het gebied van het arbeidsrecht. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor 2023.
Minimumloon per 1 januari met ruim 10 procent omhoog
Zoals gebruikelijk stijgt het minimumloon dat werkgevers aan werknemers moeten betalen per 1 januari 2023. Door de uitzonderlijk hoge inflatie heeft het kabinet op Prinsjesdag besloten om het minimumloon in één keer te verhogen met 10,15 procent. Dat is meer dan gemiddeld en de loonkosten zullen daardoor hoger worden.
Het wettelijk brutominimumloon bedraagt vanaf 1 januari 2023 voor een volledige werkweek en een leeftijd vanaf 21 jaar:
- 1934,40 per maand
- 446,40 euro per week
- 89,28 euro per dag
Er is nu nog geen wettelijk minimumuurloon. Het is de bedoeling dat dit per 1 januari 2024 verandert. Het minimumuurloon zal vanaf dat moment hetzelfde zijn, ongeacht de lengte van de werkweek. Dit kan tot een verdere stijging van het minimumloon leiden.
Nieuwe Cao Beroepsgoederenvervoer
Daarnaast kan op grond van een cao een loonsverhoging van toepassing zijn. De Cao Beroepsgoederenvervoer kent bijvoorbeeld een loonsverhoging per 1 januari 2023: de lonen van de loonschalen A tot en met H stijgen met 7,5 procent. Verder krijgen de werknemers in januari 2023 een eenmalige uitkering van 250 euro bruto.
Onbelaste reiskostenvergoeding naar 0,21 euro
De maximale onbelaste reiskostenvergoeding van 0,19 euro per kilometer gaat per 1 januari 2023 omhoog naar 0,21 euro en zal per 2024 naar alle waarschijnlijkheid stijgen naar 0,22 euro. Werkgevers mogen dus meer onbelast vergoeden, hoewel dit geen verplichting is.
Werkgevers kunnen er ook voor kiezen de reiskostenvergoeding verder te verhogen dan het onbelaste deel. Maar die verhoging wordt dan als loon van de werknemer gezien. De werkgever kan via de werkkostenregeling (WKR) de verhoging aanwijzen als eindheffingsloon als daar ruimte voor is. Daardoor blijft de extra verhoging onbelast.
Tijdelijke uitbreiding WKR
De vrije ruimte in de WKR gaat in 2023 tijdelijk omhoog van 1,7 naar 3 procent over de eerste 400.000 euro van de fiscale loonsom. Bij een fiscale loonsom van 400.000 euro leidt deze tijdelijke verhoging tot een extra vrije ruimte van 4320 euro. Hierdoor heb je als werkgever meer ruimte werkmiddelen en vergoedingen onbelast te verstrekken of om een toeslag te geven voor de hoge energiekosten zonder daar loonbelasting over te betalen. In 2024 vervalt de tijdelijke verhoging weer en geldt het percentage van 1,92.
Onbelaste thuiswerkvergoeding iets hoger
De thuiswerkvergoeding die werkgevers onbelast mogen verstrekken aan werknemers gaat in 2023 met 15 cent omhoog naar 2,15 euro per dag. Eerder was in het Belastingplan een bedrag van 2,13 euro aangekondigd, maar het daadwerkelijke bedrag ligt dus 2 cent hoger. Als je een hogere vergoeding aan de werknemer betaalt, moet je over het meerdere loonbelasting afdragen.
Premiekorting voor collectieve basiszorgverzekering afgeschaft
Veel werkgevers bieden hun werknemers de mogelijkheid om gebruik te maken van een collectieve zorgverzekering. Per 1 januari 2023 staat de overheid een collectiviteitskorting voor de basiszorgverzekering niet meer toe. Hierdoor kunnen werknemers alleen nog korting krijgen op de premie voor de aanvullende zorgverzekering.
Lagere premie Zorgverzekeringswet
De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) daalt in 2023 van 6,75 procent naar 6,68 procent. Hierdoor betaal je als werkgever minder premie per werknemer. Maar het maximumbedrag waarover de werkgever zijn bijdrage voor de Zvw betaalt, stijgt wel naar 66.952 euro.
Meer STAP-budget beschikbaar in 2023
Update 14.07.2023 Het STAP-budget wordt vanaf 2024 beëindigd. Daarom heeft het kabinet besloten dat vanaf het septembertijdvak in 2023 alleen nog OCW-erkende opleidingen voor het STAP-budget in aanmerking komen.
Ook in 2023 stelt de overheid het STAP-budget voor scholing beschikbaar voor werknemers om zich verder te ontwikkelen of om te scholen. Met dit budget kunnen werknemers jaarlijks maximaal 1000 euro per persoon aanvragen voor opleidingen en trainingen. Werknemers kunnen het budget zelf aanvragen via de site van het UWV.
Voor werknemers met maximaal een mbo-diploma op niveau 4 wordt extra STAP-budget beschikbaar gesteld. Het kabinet heeft onlangs besloten om het aanvraagtijdvak voor STAP-budget van januari 2023 over te slaan, om misbruik van de regeling te onderzoeken. Het voor 2023 beschikbare STAP-budget blijft gelijk en zal over 5 aanvraagtijdvakken verdeeld worden. Het eerstvolgende aanvraagtijdvak start op 28 februari 2023.
AOW-leeftijd naar 66 jaar en 10 maanden
De leeftijd waarop Nederlanders recht hebben op AOW is in 2023 66 jaar en 10 maanden. De AOW-leeftijd is 67 jaar voor de jaren 2024 tot en met 2027. In 2028 gaat de AOW-leeftijd omhoog naar 67 jaar en 3 maanden. Werknemers kunnen hun AOW-leeftijd uitrekenen op de website van het UWV.
Kinderopvangtoeslag niet meer afhankelijk van gewerkte uren
De hoogte van de toeslag voor kinderopvang hangt per 1 januari 2023 iets meer af van het aantal gewerkte uren. Het aantal maanden waarin de minst werkende ouder heeft gewerkt, bepaalt vanaf die datum de hoogte van de kinderopvangtoeslag. Het kabinet wil met deze wijziging het makkelijker maken voor ouders met jonge kinderen om te blijven werken.
Maximale transitievergoeding iets omhoog
Per 1 januari 2023 zal de maximale transitievergoeding weer iets stijgen. Het maximumbedrag van de transitievergoeding wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de contractlonen. De vergoeding is per 1 januari 2023 maximaal 89.000 euro bruto.
Wet werken waar je wilt
In het wetsvoorstel ‘Wet werken waar je wilt’, dat een aanpassing op de Wet flexibel werken inhoudt, is vastgelegd dat de werkgever een verzoek van de werknemer om thuis te werken in beginsel moet accepteren, als dit redelijk is. Dat geldt ook andersom voor het verzoek om juist op kantoor te willen werken.
De Tweede Kamer heeft ingestemd met het voorstel, maar de Eerste Kamer nog niet. Als hierover meer bekend is, zullen wij meer informatie geven.
Compensatie transitievergoeding voor bedrijfsbeëindiging
Kleine werkgevers die de activiteiten van hun onderneming beëindigen wegens pensionering of overlijden, hebben - onder voorwaarden - recht op compensatie van transitievergoedingen die ze verschuldigd zijn aan personeel. Er zou ook compensatie komen bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever, maar dat onderdeel van de compensatieregeling is nog niet in werking getreden. Het opstellen van een sociaal-medisch beoordelingskader is buitengewoon complex gebleken. Daarom is besloten dit onderdeel van de regeling niet eerder in werking te laten treden dan per 1 januari 2024.
Vragen over juridische zaken?
Marinke en haar collega's helpen je graag verder