skipToContentskipToFooter

Vertrek uit Nederland ligt steeds vaker op tafel

Het vestigingsklimaat in Nederland staat onder druk of verslechtert zelfs, zo klinkt het steeds vaker. Het is vooral de regeldruk die volgens exporterende bedrijven almaar toeneemt en aangepakt moet worden om het tij te keren. Tegelijkertijd kan een minder gunstig ondernemersklimaat in Nederland ook kansen bieden voor de export naar andere landen in de Europese Unie.

De noodklok wordt de laatste tijd geregeld geluid, en steeds vanuit verschillende hoeken. Vrij recent gebeurde dit door ASML, een van de grootste werkgevers van Nederland met zijn hoofdvestiging in Veldhoven. Een vertrek uit Nederland is volgens topman Peter Wennink nu nog niet aan de orde. Maar het onderwerp is zeker niet onbespreekbaar. ASML boekte in 2023 weliswaar een prima resultaat, maar Wennink waarschuwt wel dat het gevolgen kan hebben als het vestigingsklimaat in Nederland verder onder druk komt te staan. Dat klimaat baart hem zorgen, vooral omdat de communicatie tussen bedrijfsleven en politiek te wensen over zou laten.

Ook bij verfproducent AkzoNobel is het in principe niet de bedoeling dat Nederland wordt ingeruild voor een ander land als het om de hoofdvestiging gaat. Maar uitgesloten is dit evenmin. De directie van de onderneming, die zetelt in Amsterdam, maakt zich met name zorgen over de stabiliteit en voorspelbaarheid van het Nederlandse overheidsbeleid. Het afschaffen van de expatregeling speelt eveneens mee bij de zorgen over het vestigingsklimaat in Nederland, want zonder dat belastingvoordeel is het voor AkzoNobel - en heel veel andere bedrijven - een stuk lastiger geworden buitenlands talent naar Nederland te halen.

Nederland niet aantrekkelijk

Dat deze twee grote bedrijven niet alleen staan in hun bezorgdheid, blijkt uit onderzoek door de ondernemersverenigingen VNO-NCW en MKB-Nederland. De voornaamste conclusie uit hun Nationale Peiling Ondernemersklimaat 2024 is dat maar liefst driekwart van de ondervraagde ondernemers het vestigingsklimaat in Nederland achteruit ziet gaan. 44 procent geeft aan dat Nederland geen aantrekkelijk land is om in te ondernemen en ongeveer een op de vijf bedrijven overweegt te vertrekken naar een land waar de omstandigheden beter zijn. Een jaar eerder dacht nog maar 13 procent van de ondervraagden aan zo’n stap en gaf slechts 20 procent aan dat het niet aantrekkelijk is om in Nederland te ondernemen.

De meer dan 1600 ondervraagde bedrijven geven massaal aan dat het gebrek aan een stabiele en betrouwbare overheid voor de meeste problemen zorgt. Maar liefst 82 procent noemt dit als oorzaak, waarbij het niet helpt dat 60 procent er niet echt in gelooft dat de verkiezingsuitslag uiteindelijk tot een stabiel en werkbaar kabinet gaat leiden. De spanningen in de samenleving helpen volgens de bedrijven evenmin; het gaat dan zowel om polarisatie als internationale conflicten. Meer dan de helft van de bedrijven worstelt bovendien met de alsmaar toenemende regeldruk en een gebrek aan personeel.

Het is deze regeldruk die ook door de twee exporterende bedrijven waar globe voor dit verhaal mee sprak, wordt genoemd als belangrijke oorzaak van het verslechterende vestigingsklimaat in Nederland. Uit alle berichtgeving en de gesprekken met deze bedrijven ontstaat het beeld dat het vestigingsklimaat onder druk staat en dat dit alleen maar slechter dreigt te worden als er niets verandert. Vooral de constante toestroom van nieuwe wet- en regelgeving vanuit met name de Europese Unie doen het ergste vrezen.

De daad en het woord zijn verschillende stappen in hetzelfde proces; deze moeten immers bij elkaar worden gevoegd voordat er daadwerkelijk iets gebeurt. ASML en AkzoNobel willen nu nog niet weg uit Nederland, maar intussen wordt wel uitgesproken dat vertrekken een optie is als Nederland niet aantrekkelijker wordt om in te ondernemen. Voor de bedrijven die in de peiling van VNO-NCW en MKB-Nederland zeggen te denken aan een vertrek, geldt hetzelfde: ze zijn er nog, maar ze houden hun opties open en weggaan uit Nederland is voor meer bedrijven een van de opties geworden.

Voor exportprofessionals die hun kennis willen delen met collega’s om zichzelf verder te ontwikkelen en hun resultaten naar een hoger niveau te tillen, biedt evofenedex een actieve netwerkgroep; exclusief voor leden.

Complexe regelgeving

Bovendien gaat het ondernemersklimaat in Nederland niet alleen over blijven, maar ook over vestigen. Rick Boeijen van de PKF Group, tevens lid van de Raad voor export bij evofenedex, ziet onder meer dat innovatieve medische start-ups vaak niet meer voor Nederland als beginmarkt kiezen. En dat bedrijven in de regio Eindhoven steeds meer moeite hebben om kenniswerkers aan zich te binden. Twee verschillende voorbeelden die wijzen op een steeds onaantrekkelijker vestigingsklimaat, met een volgens Boeijen gemeenschappelijke oorzaak: steeds meer complexe en lastig na te leven regelgeving.

“De mate van regelgeving en bureaucratie neemt toe. Daarbij is veel sprake van contrasterende of overlappende regels. Hierdoor weten ambtenaren vaak ook niet meer hoe het zit. Bovendien ligt de handhaving op naleving vooral bij instanties die daar niet voor toegerust zijn. Neem nu de EUDR-richtlijn tegen ontbossing. Die schrijft voor dat je op basis van geopoints laat zien waar je grondstoffen vandaan komen, maar de applicatie daarvoor werkt gewoon niet. Zo gaat het tegenwoordig vaak: regels worden ingevoerd, vooral vanuit Brussel, en als bedrijf moet je daaraan voldoen. Maar de overheid stelt je daar lang niet altijd toe in staat.”

Winst boeken met digitalisering

Boeijen ziet bedrijven die dezelfde informatie telkens weer voor een andere regel of overheidsdienst moeten aanleveren, nieuwe regels die bestaande voorschriften overlappen en instanties die de naleving op al die zaken niet goed voor elkaar krijgen. “Bij al deze problemen kan met digitalisering enorm veel winst worden geboekt. IJsland heeft al met succes laten zien dat je de regeldruk voor bedrijven enorm kunt verminderen.” Boeijen pleit daarnaast voor industriebeleid vanuit de overheid voor de langere termijn om bedrijven meer (investerings)perspectief te bieden.

Hij noemt verder het overbelaste stroomnet als aandachtspunt, want jarenlang moeten wachten op een aansluiting maakt Nederland ook niet aantrekkelijk voor bedrijven om zich daar te vestigen of uit te breiden. Ook vindt Boeijen het van belang dat er in een verantwoord tempo wordt verduurzaamd. “Natuurlijk is verduurzamen van groot belang. Er kan en moet heel veel schoner en beter. Maar het moet niet doorslaan in het volledig aan banden leggen van de Nederlandse maakindustrie, want dat gaat alleen maar ten koste van onze economie.”

Invloed op vraag naar producten

Mark Ypenburg van aluminiumleverancier Comhan Holland in Uithoorn kijkt in de eerste plaats vanuit binnenlands perspectief naar het vestigingsklimaat in Nederland. “Als het voor industriële en technische bedrijven minder aantrekkelijk wordt in Nederland te blijven en ze daardoor naar andere landen trekken, betekent dit dat er hier minder behoefte aan onder meer onze producten zal zijn. Die vraag is momenteel al minder goed. Het is niet te zeggen in welke mate dit door het vestigingsklimaat komt, want er zijn meerdere zaken van invloed op de vraag. Maar het speelt er zeker in mee en dat zal in de toekomst alleen maar meer het geval worden.”

Het gevolg van de manier waarop het vestigingsklimaat in Nederland zich ontwikkelt, is dat Comhan Holland, dat toch al veel exporteert, alleen maar meer over de grens gaat kijken. Ypenburg, ook lid van de Raad voor export van evofenedex: “Met één interne Europese markt met een gelijk speelveld zou het veel minder uitmaken hoe de Nederlandse markt zich ontwikkelt. Maar er is geen interne markt, of althans: nog niet. De grotere landen steunen hun bedrijven veel meer dan de kleine lidstaten. Dat zorgt binnen Europa voor een ongelijk speelveld. Hierdoor biedt het verslechterende vestigingsklimaat in Nederland binnen de Europese Unie gek genoeg juist kansen voor Nederlandse bedrijven om hun producten te exporteren.”

Punt van aandacht is daarbij volgens Ypenburg wel dat van veel ontwikkelingen nog moet blijken hoe deze zullen uitpakken. “Het kan zomaar zo zijn dat de kansen die ik nu schets in het niet blijken te vallen bij de bedreigingen die een slechter Nederlands vestigingsklimaat met zich meebrengt.”

Dit artikel is ook verschenen in globe, het vakblad voor internationaal ondernemen van evofenedex.

Vragen over internationaal ondernemen?

Alice en haar collega's helpen je graag verder

Alice evofenedex