Binnenbrengen
De Douane heeft een belangrijke taak bij het binnenbrengen van goederen in de EU
De Douane heeft een belangrijke taak bij het binnenbrengen van goederen in de EU. Deze taak ziet er niet alleen op toe dat er niet gesmokkeld wordt, met als doel de betaling van belastingen te ontlopen, maar de douane heeft ook een taak in de controle en bevordering van de veiligheid van het goederenverkeer. Door een goede en doelmatige controle wordt voorkomen dat er goederen de EU binnenkomen die als gevaarlijk kunnen worden betiteld. En gevaarlijk betekent niet alleen gevaarlijk voor mensen, maar ook voor dieren, het milieu of voor andere goederen.
Procedure bij binnenbrengen
De procedure bij het binnenbrengen is bij zeevervoer of luchtvervoer nagenoeg gelijk en bestaat uit een aantal processtappen. Deze processtappen volgen uit de EU-wetgeving, het douanewetboek van de Unie (DWU) en de TCDW. Zodoende is de procedure bijna in elke lidstaat gelijk; er zijn kleine verschillen, maar die volgen veelal uit de manier waarop de douaneorganisatie van een lidstaat is samengesteld. De procedure ziet er als volgt uit:
- summiere aangifte bij binnenkomst (ENS)
- summiere aangifte voor tijdelijke opslag van te lossen goederen (SAL)
- elektronische vooraanmelding/melding vervoermiddel en aanbrengen
- risicoanalyse en selectie voor controle
- kiezen douanebestemming
ENS
De ENS moet worden ingediend voor alle goederen die aan boord zijn van het schip of het vliegtuig en die de EU worden binnengebracht. Het speelt dus geen rol of de goederen worden gelost of in welke haven of op welke luchthaven de goederen gelost zullen gaan worden. De douane wil gewoon weten wat er zich aan boord van een schip of vliegtuig bevindt. De ENS moet worden gedaan door de persoon die de goederen de EU binnenbrengt. Dit is dus de gezagvoerder van het schip of het vliegtuig, kapitein of piloot. Deze mag het indienen echter ook uitbesteden.
Termijnen voor het indienen van de ENS
Termijnen voor het indienen van een ENS bij binnenkomst over zee:
Type lading & termijn
- Containers - Uiterlijk 24 uur voor het laden in de haven van vertrek
- Bulk-/stukgoederen - Uiterlijk 4 uur voor aankomst in de eerste haven in de EU
Voor enkele landen geldt een uitzondering. Bij vervoer tussen Groenland, de Faeröer, Ceuta, Melilla, IJsland of de havens aan de Oostzee, Noordzee, Zwarte
Zee, Middellandse Zee of alle havens in Marokko en de EU geldt een indieningtermijn van uiterlijk 2 uur voor aankomst in de eerste haven in de EU.
Bij vervoer van buiten de EU naar de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira of de Canarische Eilanden en de reisduur is minder dan 24 uur en voor zover het geen vervoer tussen Groenland, de Faeröer, Ceuta, Melilla, IJsland of de havens aan de Oostzee, Noordzee, Zwarte Zee, Middellandse Zee of alle havens in Marokko en de EU betreft een meldingsplicht bij uiterlijk 2 uur voor aankomst in de eerste haven in de EU.
Termijnen voor het indienen van een ENS bij binnenkomst door de lucht:
Type vlucht & termijn
- Korte vluchten (minder dan 4 uur vanaf de laatste luchthaven van vertrek in een derde land tot de aankomst in de EU) - Uiterlijk wanneer het luchtvaartuig feitelijk opstijgt
- Lange vluchten (andere dan korte vluchten) - Uiterlijk 4 uur voor aankomst in de eerste luchthaven in de EU
SAL
Voor alle goederen die in een Nederlandse haven of op een Nederlandse luchthaven gelost worden, moet een summiere aangifte van te lossen goederen (SAL) worden gedaan. Dit moet ook worden gedaan voor goederen die in de haven of op de luchthaven gelost worden maar daarna weer geladen worden in een ander schip of vliegtuig om weer buiten de EU gebracht te worden. De goederen worden immers gelost, dus er is een groter risico dan wanneer de goederen aan boord van het schip of vliegtuig blijven waarmee ze de EU zijn binnengebracht. Uiteraard zijn alle goederen die in een SAL worden genoemd ook opgenomen in de ENS.
Aanbrengen
In de douanewetgeving speelt het begrip aanbrengen een belangrijke rol. Aanbrengen is het mededelen aan de douane dat het vervoermiddel en/of de goederen zijn aangekomen bij een douanekantoor of een plaats die door de douane is goedgekeurd. Doordat de douane weet dat het vervoermiddel en/of de goederen op een bepaalde plaats aangekomen zijn, kan er een controle worden uitgevoerd.
Risicoanalyse en selectie voor controle
Hiervoor is al diverse malen aangegeven dat de douane voor controles gebruik maakt van een risicoanalyse. Hierbij wordt gebruikgemaakt van allerlei informatie:
- Resultaten van eerdere controles
- Onlogische handelsstromen
- Tips
De douane krijgt een zeer grote hoeveelheid informatie om te gebruiken bij selecties voor controles. Door de grote hoeveelheid informatie en het feit dat de wereldhandel de laatste jaren alleen maar toegenomen is, kan het selecteren niet meer handmatig worden uitgevoerd. Het analyseren en selecteren wordt daarom elektronisch ondersteund met het systeem PRISMA.
Als de douane een zending of een vervoermiddel geselecteerd heeft omdat er sprake is van een (verhoogd) risico dan kan dat leiden tot de volgende situaties:
- Zending mag niet worden geladen
- Controle bij binnenkomst
- Controle bij lossing
Vervolg na binnenbrengen
Nadat de goederen daadwerkelijk gelost zijn moeten deze toegestane Douanebestemming krijgen. Het kan echter voorkomen dat nog niet direct duidelijk is welke toegestane douanebestemming de goederen moet krijgen. Dan is het mogelijk de goederen tijdelijk op te slaan in een Ruimte voor Tijdelijke Opslag (RTO).
Deze ‘vervoerstechnische’ opslag kent een beperkte duur, namelijk:
- 45 dagen voor goederen die over zee zijn aangevoerd;
- 20 dagen voor goederen die anders dan over zee zijn aangevoerd.
Voor inslag in een RTO kan de SAL dienen. Indien de summiere aangifte door een ander is opgemaakt dan de beheerder van de RTO, dan neemt de beheerder de verantwoordelijkheid voor de goederen over. De goederen mogen met toestemming van de douane alleen die behandelingen ondergaan die nodig zijn om hun behoud in ongewijzigde staat te verzekeren.
Op Schiphol kunnen de goederen die nog geen Douanebestemming hebben ook worden opgeslagen in een ‘vrije zone’. In praktijk gebeurd dit vaak, als de goederen uit het luchtvaartuig worden gelost moet dit immers zeer snel gebeuren. De goederen worden daarom vanuit het luchtvaartuig in de eerste-linieloodsen gelost. Daarna worden de goederen overgebracht naar de tweede-liniloodsen. Om dit voor de logistiek zo eenvoudig mogelijk te laten gebeuren heeft de Douane beide loodsen aan te wijzen als vrije zone. De controle van een vrije zone vindt plaats aan de hand van een administratie.
Vragen over internationaal ondernemen?
Agnieszka en haar collega's helpen je graag verder