Etikettering en kenmerking van verpakking
Elke verpakking met gevaarlijke stoffen moet goed zichtbaar en leesbaar zijn voorzien van het 4-cijferige internationale stofidentificatienummer (UN-nummer), voorafgegaan door de letters 'UN', de proper shipping name (transportnaam) en van één of meer gevaarsetiketten.
Het UN-nummer, met inbegrip van de letters ‘UN’, moet minstens 12 mm hoog zijn. Op verpakkingen met maximaal 30 liter capaciteit of 30 kg netto massa en cilinders met maximaal 60 liter watercapaciteit, moet de afmeting minstens 6 mm hoog zijn. Op verpakkingen met een inhoud van maximaal 5 liter of 5 kg moet het van een geschikte (leesbare) afmeting zijn. Voor cilinders geldt een overgangstermijn tot de volgende periodieke keuring, maar niet langer dan 1 juli 2018.
Gevaarsetiketten
Gevaarsetiketten geven met een symbool het gevaar van een stof aan. Als een stof verschillende gevaarseigenschappen heeft, moet de verpakking zijn voorzien van verschillende gevaarsetiketten. In kolom 3 van de stoffentabel in de IMDG Code staat welk etiket u moet gebruiken. In kolom 4 staat het eventuele bijkomende gevaarsetiket.
Gevaarsetiketten zijn ruitvormig met zijden van minimaal 100 mm. De minimale breedte van de lijn binnen de rand die de ruit vormt, is 2 mm. De lijn loopt parallel aan de rand op 5 mm afstand van de buitenzijde van de lijn tot de rand van het etiket.
In de onderste helft moet een cijfer staan dat overeenkomt met de gevarenklasse.
Etiketten mogen worden verkleind als de afmeting van de verpakking dit noodzakelijk maakt, onder voorwaarde dat ze duidelijk zichtbaar blijven.
Behandelingsetiket
Het behandelingsetiket ‘deze kant boven’ geeft met pijlen welke kant van de verpakking boven moet worden gehouden. Dit etiket is verplicht op:
- samengestelde verpakkingen met binnenverpakkingen die vloeistoffen bevatten;
- enkelvoudige verpakkingen die voorzien zijn van ontluchtingsinrichtingen;
- cryo-houders voor het vervoer van sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen.
Behandelingsetiketten zijn rechthoekig en van een dusdanige afmeting dat ze ten opzichte van de grootte van het collo goed zichtbaar zijn.
IBC’s
IBC’s (intermediate bulk containers) met een inhoud van meer dan 450 liter/kg moeten op twee tegenovergestelde zijden zijn voorzien van de proper shipping name, het UN-nummer, etiket(ten) en kenmerk(en).
Gebruik van oververpakkingen
Als een extra oververpakking wordt gebruikt (zoals een omdoos, krat of pallet), dan moet deze zijn voorzien van alle proper shipping names, UN-nummers, etiketten en kenmerken, die zijn aangebracht op de verpakkingen in de oververpakking, en van het opschrift ‘overpack’, tenzij alle etiketten en opschriften aan de buitenkant van de oververpakking duidelijk zichtbaar zijn.
Behalve bovenstaande kenmerking en etikettering zijn er afwijkende of aanvullende voorschriften voor o.a. limited en exepted quantities, radioactieve stoffen, gascilinders, milieugevaarlijke stoffen en lithiumbatterijen.
Let op:
Etiketten, kenmerken en opschriften moeten weer- en windbestendig zijn en 3 maanden onderdompeling in zeewater kunnen doorstaan.
Vragen over gevaarlijke stoffen
Marjolein en haar collega's helpen je graag verder