Laden en lossen
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg hebben afzender, vervoerder en ontvanger ieder hun eigen verantwoordelijkheid. De vervoerder is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de veiligheid van het vervoermaterieel en voor de gedragingen en handelingen van zijn personeel. De chauffeur heeft hierbij een medeverantwoordelijkheid voor alle handelingen die hijzelf kan overzien.
Bij het laden of lossen is de werkgever hoofdverantwoordelijk voor de naleving van de veiligheidsregels in zijn onderneming. De vervoerder en ook de chauffeur moeten dan wel de aanwijzingen opvolgen, de maatregelen uitvoeren en de middelen gebruiken die de afzender of de ontvanger heeft gegeven.
Het is noodzakelijk dat ondernemingen goede afspraken maken over verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid. Ook moeten zij veiligheidstechnische, milieuhygiënische en administratieve procedures vastleggen.
De werkgever, onder wiens gezag handelingen en werkzaamheden worden verricht, is verantwoordelijk voor de naleving van de voorschriften van de Arbowet.
Instructie laad- en losprocedures
Elke onderneming die geregeld gevaarlijke stoffen in tanks verzendt of ontvangt, moet beschikken over een instructie voor het laden en lossen.
Hierin moet ook rekening worden gehouden met het feit dat een ongeval of calamiteit kan ontstaan door bijvoorbeeld vallen of struikelen, slangbreuk, koppelinglekkage, overlopen van tanks, openen of sluiten van verkeerde afsluiters, aanrijdingen, te hoge druk of onderdruk op de tanks, brand of explosie of vrijkomen van een gevaarlijke stof.
Toezicht
Het toezicht op het laden en lossen moet worden opgedragen aan één of enkele functionarissen met kennis van de gevaarlijke stoffen die worden geladen of gelost en met kennis van de veiligheidsmaatregelen.
Noodmaatregelen
Voor elk laad- en losstation moet een noodplan zijn opgesteld waarin procedures en maatregelen staan voor calamiteiten. Dit noodplan moet bekend zijn bij het personeel op het laad- en losstation. Door oefening moeten betrokkenen vertrouwd zijn met de maatregelen en voorzieningen.
De procedures en maatregelen moeten bekend zijn gemaakt aan personen die niet permanent op het station zijn, in het bijzonder aan de vervoerders en de chauffeurs die bij hen in dienst zijn.
Vragen over gevaarlijke stoffen?
Dana en haar collega's helpen je graag verder