skipToContentskipToFooter

Uitvoerwaarde van Nederlandse makelij ruim 5 procent lager in 2023

10-06-2024 De waarde van de uitvoer van goederen van Nederlandse makelij is in 2023 met 19 miljard euro (5,2 procent) gekrompen. De hele Nederlandse goederenuitvoer, inclusief wederuitvoer, was in 2023 bijna 43 miljard euro (5,9 procent) minder waard dan in 2022. De invoerwaarde daalde nog sterker. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe jaarcijfers.

Zowel de waarde als het volume van de Nederlandse goederenhandel daalde in 2023. De uitvoerprijzen (inclusief wederuitvoer) waren vorig jaar 2,8 procent lager dan in 2022, de invoerprijzen 6,4 procent. Procentueel was de krimp in invoerwaarde (9,0 procent) hoger die in coronajaar 2020. De daling van de uitvoerwaarde van eigen makelij was in 2023 niet zo groot als in 2020.

Fors minder (dure) minerale brandstoffen verhandeld

In 2022 steeg de prijs van minerale brandstoffen en energie vanwege de oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland. Dit dreef de prijs en daarmee ook de in- en uitvoerwaarde van veel goederen sterk op, zoals van aardolie- en chemische producten. In 2023 daalden deze prijzen weer, wat tot uiting komt in een lagere in- en uitvoerwaarde van minerale brandstoffen en chemische producten. Ook de invoerwaarde van fabricaten, zoals (producten van) ijzer, staal en non-ferrometalen, daalde met ruim 15 procent in 2023. De krimp in deze productgroepen overschaduwde een groei in met name exportwaarde van machines en vervoermaterieel.

Minder uitvoer naar afnemers van brandstoffen

Vooral de uitvoer van Nederlandse makelij naar Duitsland, België, Nigeria en Taiwan daalde fors in 2023. Voor Duitsland, België en Nigeria was dit vooral een lagere uitvoerwaarde van minerale brandstoffen. Taiwan ontving in 2023 minder gespecialiseerde machines uit Nederland. China en Zuid-Korea importeerden juist meer Nederlandse machines, zoals machines voor het fabriceren van halfgeleiders of chips.

Invoerwaarde 9 procent kleiner

Bijna drie kwart van de krimp in de invoerwaarde in 2023 kwam door minder invoer uit vier landen: Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Bij Rusland, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen ging het vaak om minder (dure) invoer van minerale brandstoffen zoals ruwe olie, geraffineerde aardolieproducten en (aard)gas. Sinds de oorlog in Oekraïne is de positie van Rusland als belangrijke leverancier van brandstoffen verschoven naar andere landen, zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Staten en Noorwegen. Uit China werden er minder machines (computers, laptops, smartphones), chemische producten (zoals organische chemische producten en farmaceutische producten), fabricaten (zoals producten van metaal), meubels en kleding ingevoerd. Uit de Verenigde Staten werd in 2023 meer ingevoerd. Dit had voor een groot deel te maken met een gestegen invoer van LNG, ruwe olie en aardolieproducten.