Effecten sanctiebeleid Rusland
Hoe krijg je nog betaald voor legitieme transacties?
Vanwege de sancties tegen Rusland wordt het steeds moeilijker te handelen met Russische partijen of met Rusland in z’n algemeenheid. Financiële instellingen zijn steeds minder ‘happig’ transacties met Rusland te faciliteren. Zelfs als de transactie mogelijk is qua product, eindgebruik en eindgebruiker, is een betaling ontvangen niet zo gemakkelijk als het was. Welke oplossingen zijn er voorhanden?
Financiële instellingen dienen als ‘poortwachter’ voor ongebruikelijke transacties. Ze zijn verplicht ervoor te zorgen dat er geen ongebruikelijke transacties worden verricht. Onder meer transacties bij de export van dualusegoederen worden als ongebruikelijke transacties gezien, maar ook transacties met Rusland zijn een rode vlag. Wanneer een financiële instelling transacties uit Rusland ontvangt voor een exporteur, dan kan/moet die financiële instelling nagaan of er sprake is van een verbod. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit:
- De transactieomschrijving (wat voor goederen betreft het);
- De registratie in de Kamer van Koophandel (wat voor bedrijf betreft het);
- Het complianceonderzoek bij on-boarding (welk onderzoek is gedaan en wat is het resultaat);
- Nader onderzoek op bijvoorbeeld de website van de exporteur;
- Een bij de exporteur op te vragen goederenlijst die verband houdt met de transactie.
In z’n algemeenheid geldt dat als dualusegoederen worden geëxporteerd naar een plaats buiten de Europese Unie (EU), dan kan/mag een financiële instelling stukken opvragen uit het Internal Compliance Program-dossier van de exporteur. Bijvoorbeeld een eindgebruikersverklaring of gegevens over de eindgebruiker. Als uit dit onderzoek onvoldoende blijkt dat sprake is van gebruik voor enkel civiele doelen of als niet duidelijk is wie de eindafnemer is, dan moet een melding van een ongebruikelijke transactie aan FIU-Nederland volgen. Dit is niet anders, en zelfs nog relevanter, als het om transacties met Rusland gaat.
Specifiek aanvullend beleid
Naast bovengenoemd algemeen beleid zien we steeds vaker dat banken, op eigen initiatief, weigeren te faciliteren in transacties met Russische partijen. Deze weigering kan geschieden op grond van de wet - een (rechts)persoon staat bijvoorbeeld genoemd op de sanctielijst - of op grond van het eigen beleid van de bank. Een voorbeeld hiervan is de Rabobank, die een aanvullend sanctiebeleid inzake Rusland hanteert. Kort gezegd, faciliteert deze bank sinds 2 januari 2024 geen Trade Finance-transacties meer waarbij Russische partijen betrokken zijn.
Trade Finance is een verzamelnaam voor instrumenten (zoals bijvoorbeeld een Letter of Credit of Documentair Incasso) die mogelijke problemen in een handelstransactie kunnen oplossen of voorkomen. Bijvoorbeeld: terwijl een verkoper (of exporteur) kan eisen dat de koper (een importeur) vooruitbetaalt voor de goederen die verzonden moeten worden, wil de koper (importeur) het risico verminderen door van de verkoper te eisen dat hij de goederen die zijn verzonden documenteert. Financiële instellingen helpen hierbij door verschillende vormen van ondersteuning te bieden, zoals door een vorm van handelsfinanciering. De Rabobank stelt deze dienst niet langer beschikbaar ten aanzien van transacties met Russische partijen. Dit levert voor klanten voor de Rabobank soms wel problemen op. Ook als de transactie op productniveau wel mogelijk is.
Cryptohandel
Om toch transacties te kunnen verrichten met Europese partijen, zien we dat er gezocht wordt naar alternatieve manieren van betalen. De cryptohandel is ook in Rusland niet vreemd. Dit wil evenwel niet direct zeggen dat hiermee een ‘gaatje’ is gevonden. Dat blijkt wel uit een artikel van The Guardian. Deze krant schreef op 11 maart 2024 dat een cryptobedrijf cryptovaluta - voor een waarde van 4,2 miljoen dollar - naar een wallet in Rusland had gestuurd. Deze wallet bleek uiteindelijk gelieerd te zijn aan Jonatan Zimenkov, die later op de Russische sanctielijst terecht is gekomen. Hoewel Zimenkov ten tijde van de transactie niet op een sanctielijst stond, heeft de US Treasury department’s Office of Foreign Assets Control later desondanks kunnen aantonen dat de transactie in verband kon worden gebracht met meerdere deals voor de verkoop van Russische cyberbeveiliging en helikopters in het buitenland, evenals pogingen om wapens te leveren aan een niet nader genoemd Afrikaans land. Of deze transactie daardoor strijdig is met sanctiewetgeving, moet nog blijken.
Verbod
Toch moeten de risico’s van digitale transacties niet zomaar uit het oog worden verloren, The Guardian omschrijft dit als volgt: “However, the revelation shines a light on the opaque world of cryptocurrency and the anonymity it can offer, as well as raising questions about how digital assets and transactions involving them should be regulated within the wider financial system”. De EU heeft in dit kader artikel 5 ter van Verordening (EU) 833/2014 geïntroduceerd. In artikel 5 ter lid 2 is een verbod vastgelegd om te voorzien in diensten op het gebied van portemonnees, rekeningen en bewaring van cryptoactiva voor Russische onderdanen of natuurlijke personen die in Rusland verblijven, of in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Kortgezegd: artikel 5 ter bevat een verbod op het verrichten van cryptodiensten met Russische partijen.
Verruiming van sancties
Met de invoering van het twaalfde sanctiepakket (in december 2023) is bovendien lid 2bis aan artikel 5 ter toegevoegd. Deze bepaling verruimt het voorgenoemde verbod, opgenomen in lid 2, door met ingang van 18 januari 2024 het ook te verbieden dat de in lid 2 bedoelde diensten worden uitgevoerd met rechtspersonen, entiteiten of lichamen, met Russische onderdanen of in Rusland verblijvende natuurlijke personen die direct of indirect eigenaar zijn van, zeggenschap uitoefenen over of functies bekleden in de bestuursorganen van die rechtspersoon, entiteit of lichamen, zelfs al zijn deze buiten Rusland opgericht en/of erkend volgens het recht van die - buiten Rusland gelegen - lidstaat.
Waar het dus eerst alleen verboden was cryptodiensten te verrichten met Russische partijen, wordt het verbod van artikel 5 ter – met de introductie van lid 2bis – verruimd naar bedrijven die conform het recht van een andere lidstaat zijn opgericht, maar met (indirect) Russische eigenaren. Met andere woorden: het is ook niet langer mogelijk met buiten Rusland opgerichte entiteiten - maar met (ook) Russische eigenaren - cryptohandel te drijven. Dit verruimt de verantwoordelijkheid van de leverancier van de cryptodienst aanzienlijk.
Vergunning
De onderzoeksplicht van de verzender van de valuta lijkt echter onmogelijk. Zoals The Guardian al schreef, kenmerkt de cryptohandel zich juist door de anonimiteit van partijen. Het is bijna niet te achterhalen wie eigenaar van een wallet is, laat staan wie de indirecte eigenaar is van het bedrijf die de wallet bezit.
Opmerking verdient dat het wél mogelijk is, onder passende voorwaarden, op grond van artikel 5 quater een vergunning te verkrijgen voor de cryptodienst. Een van de voorwaarden is dat de dienst noodzakelijk is voor niet-verboden grensoverschrijdende handel in goederen en diensten tussen de EU en Rusland. Daar ligt dan mogelijk wel een ‘gaatje’, zij het dat het een nogal omslachtige methode is wanneer deze wordt ingezet als ‘reguliere’ betalingsvorm.
Conclusie
Met de vaststelling dat een goederentransactie met een Russische partij legitiem is, zijn we er nog niet. De betaling kan desondanks toch nog een probleem worden. Dé oplossing is niet direct voorhanden, maar zou gezocht kunnen worden in (voorafgaand) overleg met de financiële instelling. Gebleken is dat betaling via cryptohandel ook geen zekere route lijkt te zijn.
Dit artikel is geschreven door Lidwina Hoekstra, advocaat bij Customs Knowledge. Het is ook verschenen in Globe, het magazine voor internationaal ondernemen van evofenedex.
Vragen over internationaal ondernemen?
Alice en haar collega's helpen je graag verder